Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[de vader] , hierna te noemen de vader,
[de moeder] , hierna te noemen de moeder,
Het procesverloop
- mevrouw [A] en mevrouw [B] , namens de GI.
De feiten
Het verzoek van de GI
- een machtiging te verlenen om [minderjarige] uit huis te plaatsen bij zijn vader voor de duur van de ondertoezichtstelling;
- een verdeling van zorg- en opvoedtaken vast te stellen tussen [minderjarige] en zijn moeder waarbij wordt gestart met twee keer een door een professional begeleide omgang. Wanneer dit goed verloopt (wanneer de moeder zich stabiel toont en haar eigen problematiek buiten [minderjarige] kan houden) is de GI voornemens om dit uit te breiden naar een middag, daarna een dag en mogelijk daarna naar een nacht logeren;
- te bepalen dat het gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de GI met betrekking tot de aanmelding bij een onderwijsinstelling.
De standpunten van de ouders
De beoordeling
De beslissing
- verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] bij de vader, met ingang van 18 oktober 2019 tot 19 september 2020;
- stelt de volgende zorgregeling vast tussen [minderjarige] en zijn moeder: tussen de moeder en [minderjarige] zullen twee begeleide bezoeken plaatsvinden. Wanneer dit goed verloopt, kan de GI deze regeling uitbreiden naar onbegeleid contact en vervolgens opbouwen naar een middag, dan een dag en daarna met een overnachting. Het is aan de GI om het tempo in de uitbreiding van de zorgregeling te bepalen, waarbij het belang van [minderjarige] leidend is;
Arnhem-Leeuwarden