In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, betreft het een geschil tussen eiser en gedaagde over de uitvoering van een koopovereenkomst voor een Mercedes CLK 500. Eerder, op 8 augustus 2018, had de kantonrechter al een vonnis gewezen waarin het verzoek van eiser tot vernietiging van de koopovereenkomst werd afgewezen. Eiser was veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst, inclusief de levering van een inruilauto, een Mercedes CLK 230. Echter, eiser had deze inruilauto al verkocht, waardoor volledige nakoming niet meer mogelijk was. De huidige procedure draait om de vraag onder welke financiële voorwaarden de koopovereenkomst alsnog kan worden uitgevoerd.
Eiser vordert in conventie dat de rechtbank verklaart dat er een 'handelsnaam 2-garantie' is overeengekomen zonder dat daarvoor een aanvullende vergoeding verschuldigd is. Daarnaast vraagt hij gedaagde te bevelen de koopovereenkomst na te komen. Gedaagde, aan de andere kant, vordert in reconventie betaling van de inruilwaarde en stelt dat hij pas na ontvangst van deze betaling verplicht is de Mercedes CLK 500 te leveren.
De rechtbank oordeelt dat de partijen inderdaad een overeenkomst zijn aangegaan met de 'handelsnaam 2-garantie', zonder dat daarvoor extra kosten voor een onderhoudsbeurt in rekening gebracht mogen worden. De kantonrechter concludeert dat eiser nog een bedrag van € 3.800,00 (de inruilprijs) en € 350,00 (de garantieprijs) verschuldigd is. De primaire vordering van eiser wordt deels toegewezen, evenals de vordering van gedaagde in reconventie. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.