Op 1 november 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 april 2019 in Luttelgeest betrokken was bij een steekpartij. De verdachte, geboren in Jemen en verblijvende in een asielzoekerscentrum, werd beschuldigd van twee pogingen tot zware mishandeling. Tijdens de zitting op 18 oktober 2019 heeft de officier van justitie, mr. G.A. Hoppenbrouwers, de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.E. Martinez Linnemann. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging.
De tenlastelegging omvatte onder andere het steken van twee slachtoffers met een mes, waarbij de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel wilde toebrengen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen in overweging genomen, evenals de bewijsmiddelen die door de politie waren verzameld. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de pogingen tot zware mishandeling, maar sprak de verdachte vrij van de mishandeling van een derde slachtoffer, omdat het bewijs daarvoor niet overtuigend was.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zwakbegaafdheid en de impact van alcoholgebruik op zijn gedrag. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van de feiten.