Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primair:voor recht verklaart dat de huurovereenkomst tussen de gemeente en [gedaagde] is ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde de gemeente Stichtse Vecht de ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagde] en ontruiming van de woonwagenstandplaats. De gemeente stelde dat [gedaagde] in strijd met de Opiumwet had gehandeld door een hennepkwekerij op de standplaats te exploiteren. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst op 16 mei 2017 buitengerechtelijk was ontbonden, maar dat [gedaagde] na de sluiting van de woonwagen in juli 2017 weer terugkeerde en de gemeente geen actie ondernam. Hierdoor had [gedaagde] gerechtvaardigd vertrouwen dat de gemeente haar aanspraak op ontbinding en ontruiming niet meer geldend zou maken. De kantonrechter wees de vorderingen van de gemeente af en veroordeelde de gemeente in de proceskosten van [gedaagde].