Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK FEITEN 1 EN 2
5.VOORLOPIGE HECHTENIS
6.BESLAG
7.BESLISSING
heft ophet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
Rechtbank Midden-Nederland
Op 13 december 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van voorbereidingshandelingen voor een diefstal met geweld en opzetheling van politiekleding. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar een in scène gezette overval waarbij de verdachte en medeverdachten zich als politieagenten voordeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de voorbereidingen voor de overval of dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van de politiekleding in de door hem gehuurde bestelbus. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had kunnen weten dat de goederen die hij in zijn bezit had, bestemd waren voor een misdrijf. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging, maar dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven en gelast de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte.