Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verweerder sub 1] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift met 6 producties dat mr. Blok voor [verzoeker] op 2 mei 2019 heeft ingediend;
- het verweerschrift met 2 producties dat mr. Spronck voor Univé op 21 juni 2019 heeft ingediend;
- de akte overlegging aanvullende producties (7 tot en met 14) van [verzoeker] , op de griffie ontvangen op 28 juni 2019;
- de mondelinge behandeling op 2 juli 2019, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de pleitnota van mr. Blok;
- een verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 2 juli 2019;
- de akte overlegging aanvullende producties (15 tot en met 19) van [verzoeker] , op de griffie ontvangen op 25 september 2019;
- de akte overlegging aanvullende productie (20) van [verzoeker] , op de griffie ontvangen op 4 oktober 2019;
- de voortzetting van de mondelinge behandeling op 8 oktober 2019, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de aantekeningen mondelinge behandeling van mr. Spronck;
- een verkort proces-verbaal van de voortzetting van de mondelinge behandeling van 2 juli 2019, gehouden op 8 oktober 2019;
- de akte overlegging aanvullende producties (21 tot en met 26) van [verzoeker] , op de griffie ontvangen op 5 november 2019;
- de brief van 5 november 2019 van mr. Spronck;
- het faxbericht van 5 november 2019 van mr. Blok;
- het e-mailbericht van 6 november 2019 waarin de griffier partijen laat weten dat Univé mag reageren op de akte van 5 november van [verzoeker] ;
- de antwoordakte van Univé, op de griffie ontvangen op 19 november 2019;
- de brief van 19 november 2019 van mr. Blok met een reactie op de punten 7, 11 en 28 uit de antwoordakte van Univé;
- het faxbericht van 20 november 2019 van mr. Spronck waarin hij bezwaar maakt tegen de reactie van mr. Blok op punten uit de antwoordakte van Univé;
- het faxbericht van 20 november 2019 van mr. Blok waarin hij reageert op het bezwaar van mr. Spronck.
2.De overwegingen
Inleiding
Als indicatie van de totale kosten - inclusief onder andere de kosten van noodzakelijke verbouwingen, transactiekosten, verhuiskosten, kosten van inrichting en tuinaanleg en begeleidingskosten van Trivium - is volgens [verzoeker] met de aankoop of het realiseren van een geschikte woning tenminste een bedrag in de orde van € 550.000,00 tot € 600.000,00 (prijspeil 2016-2017) gemoeid. Dit heeft [verzoeker] niet. [verzoeker] schat in dat hij zelf een bedrag van € 254.755,00 ter beschikking heeft: een hypothecaire lening van maximaal € 169.755,00 en de overwaarde van zijn huidige woning van € 85.000,00. Naar het prijspeil 2016-2017 is volgens [verzoeker] dus sprake van een tekort van zeker € 300.000,00. Dit moet Univé bijdragen.
Primairvindt Univé dat verhuizing naar een appartement een adequaat alternatief is. Omdat dit past binnen de financieringsmogelijkheden van [verzoeker] is het niet redelijk dat [verzoeker] van Univé een bijdrage vraagt voor de aankoop daarvan. Dit geldt niet voor de kosten die gemaakt moeten worden om het appartement aan te passen. Voor zover die kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal Univé die kosten betalen.
Als er aanvullend gefinancierd moet worden zijn de extra netto rentelasten schade die Univé zal vergoeden. Daarnaast zal Univé de aanpassingskosten van de woning dragen en zal beoordeeld moeten worden of dat leidt tot een waardestijging en/of vermogensvermeerdering die dan verrekend moet worden.
- rolstoel toe- en doorgankelijk;
- draaicirkel 1800 mm aanwezig in de noodzakelijke ruimtes;
- slaapkamer 20 m²;
- badkamer 10 m² met een onderrijdbare wastafel, een douchehoek,
- onderrijdbare keuken
- bijkeuken;
- hobbyruimte 15 m²;
- garage;
- tuin.
Van de tuin heeft de rechtbank al beslist dat de aan te kopen woning een tuin moet hebben. In het verzoekschrift heeft [verzoeker] aangegeven dat hij zijn huidige woning in 2007, heel kort voor het ongeval, juist heeft gekocht vanwege de grote buitenruimte. Tijdens de (eerste) mondelinge behandeling heeft [verzoeker] verder toegelicht hoe hij in zijn huidige woning de tuin, de bijkeuken, de hobbykamer en de garage gebruikt en wat zijn belang is om ook in zijn aangepaste woning over een tuin, bijkeuken, hobbykamer en garage te kunnen beschikken.
[verzoeker] heeft verteld dat hij een kavel in [woonplaats] op het oog heeft, maar dat hij niet in staat is om het eerst volledig zelf te financieren en dan achteraf met Univé uit te zoeken welk deel als schade moet worden gezien. Om een woning te kunnen aankopen moet vooraf duidelijk zijn hoe het (tekort) wordt gefinancierd, anders kun je op het moment dat zich een geschikte woning aandient niet schakelen. Univé heeft aangegeven dat het zetten van stappen niet lukt door de discussie over de verrekening van voordeel.
Uit de akte met de producties 21 tot en met 26 van 5 november 2019 van [verzoeker] en de antwoordakte van 20 november 2019 van Univé heeft de rechtbank de conclusie getrokken dat het uitwerken van de optie [woonplaats] op financieel vlak vooral vastloopt (blijft vastlopen) op het punt van het al dan niet verrekenen van voordeel.
Hierna gaat de rechtbank in op het (voor)financieringsprobleem en op de vraag of een eventuele financiële bijdrage van Univé en/of een eventuele toename van het vermogen van [verzoeker] als voordeel verrekend moet worden met de te vergoeden schade.
eenmanier in dat - nog nader vast te stellen - financiële tekort moeten voorzien. Als dat van Univé niet gevergd zou mogen worden, zou dat er immers op neer komen dat het feitelijk onmogelijk is dat [verzoeker] daadwerkelijk in een andere woning gaat wonen. Dan zou afbreuk worden gedaan aan het principe van volledige schadevergoeding.
Het is voor de rechtbank nu niet mogelijk om vast te stellen hoe groot het bedrag precies is dat [verzoeker] mogelijk tekort komt.
slechtssprake kan zijn als een voordeel werkelijk is genoten, of naar redelijke verwachting daadwerkelijk genoten zal worden.
De rechtbank ziet geen aanleiding voorwaarden te verbinden aan de verklaringen voor recht: in de overwegingen is ingegaan op verschillende opties voor de financiering en is aangegeven hoe kan worden gegaan met een eventueel voordeel.