ECLI:NL:RBMNE:2019:6467
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van openstaand saldo van een creditcard met afwijzing van verweer op basis van financiële omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Utrecht, op 30 oktober 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen International Card Services B.V. (ICS) en een gedaagde die handelt onder een handelsnaam. ICS heeft aan de gedaagde een business creditcard verstrekt, maar de gedaagde heeft het openstaande saldo van € 2.614,46 niet betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. ICS vordert betaling van het openstaande saldo, rente en buitengerechtelijke incassokosten, in totaal € 3.157,76, en stelt dat de gedaagde in verzuim is geraakt.
De gedaagde erkent de vordering, maar voert aan dat hij door financiële tegenslagen niet in staat is om het bedrag in één keer te betalen. Hij betwist de hoogte van de incassokosten en stelt dat het niet nodig was om een rechtszaak te starten, omdat hij betalingsregelingen heeft voorgesteld. De kantonrechter oordeelt dat de financiële omstandigheden van de gedaagde hem niet ontslaan van zijn betalingsverplichtingen. De kantonrechter wijst de vordering van ICS toe, maar vermindert de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten naar het wettelijke tarief, omdat ICS niet heeft aangetoond dat de gevorderde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
De kantonrechter veroordeelt de gedaagde tot betaling van € 3.150,83, inclusief rente, en de proceskosten worden begroot op € 1.009,03. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. De kantonrechter wijst erop dat het voorstelbaar is dat partijen alsnog een betalingsregeling treffen voordat ICS tot tenuitvoerlegging van het vonnis overgaat.