Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
144,00(2 punten x tarief € 72,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die als kentekenhouder van een voertuig wordt beschouwd. De vordering betreft een bedrag van € 414,00, dat bestaat uit parkeerkosten en een schadevergoeding wegens het zogenaamde 'treintje rijden' in de parkeergarage La Vie in Utrecht. De gedaagde heeft de auto op de betreffende dag uitgeleend aan haar zoon en zijn vrienden, en stelt daarom niet aansprakelijk te zijn voor de vordering van Q-Park. Tijdens de comparitie zijn videobeelden getoond die bevestigen dat er met het voertuig 'treintje is gereden'. De kantonrechter oordeelt dat er geen wettelijke basis is om de kentekenhouder zonder meer als contractspartij van Q-Park aan te merken. De rechter benadrukt dat de algemene voorwaarden van Q-Park bepalen dat de parkeerder, en niet de kentekenhouder, aansprakelijk is voor de kosten. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd dat een andere persoon de parkeerder was. De vordering van Q-Park voor het tarief van de verloren kaart en de schadevergoeding wordt toegewezen, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.