ECLI:NL:RBMNE:2019:6517
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig bedrijfsarts, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), welke door verweerder was afgewezen. Eiser stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit van 8 juli 2015 te herzien. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van nieuwe medische of juridische feiten die de afwijzing konden rechtvaardigen. Eiser had eerder al een WAO-uitkering aangevraagd, maar deze was beëindigd omdat hij niet had voldaan aan de wettelijke vereisten van arbeidsongeschiktheid. De rechtbank concludeerde dat de argumenten van eiser niet voldoende waren om het eerdere besluit te herzien. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.