Op 5 april 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met haar vader de vriend van haar zus heeft bedreigd. De bedreiging vond plaats op 24 februari 2018 in Vianen, waarbij de verdachte en haar vader de woorden gebruikten die de dood van het slachtoffer in dreigende bewoordingen inhielden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en haar vader, waarbij de verdachte niet alleen aanwezig was, maar ook actief deelnam aan de bedreigingen. De rechtbank oordeelde dat de bedreigingen, die verband hielden met de eer van de familie, ernstige gevolgen hadden voor het slachtoffer, die zich onveilig voelde door de bedreigingen. De officier van justitie had een taakstraf van 20 uren geëist, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met het slachtoffer. De verdediging pleitte voor een mildere straf, maar de rechtbank oordeelde dat de context van de bedreigingen en de ernst ervan een zwaardere straf rechtvaardigden. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, met een proeftijd van twee jaar en een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van de proeftijd. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en het feit dat zij niet eerder was veroordeeld.