ECLI:NL:RBMNE:2019:6705

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2019
Publicatiedatum
4 januari 2021
Zaaknummer
C/16/483977 / JE RK 19-1365
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling van minderjarigen in een complexe scheidingssituatie

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 september 2019 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2], geboren in 2013. De Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, vanwege de verstoorde communicatie tussen de ouders en de zorgen over de opvoedvaardigheden van de vader. De ouders zijn in een echtscheidingssituatie verwikkeld, wat leidt tot spanningen die ook de kinderen beïnvloeden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen zich momenteel goed ontwikkelen, maar dat er signalen zijn van loyaliteitsproblemen en angst door de spanningen tussen de ouders. De vader heeft aangegeven dat hij het oneerlijk vindt dat hij niet meer betrokken is bij de opvoeding van de kinderen, terwijl de moeder stelt dat de kinderen nu rust ervaren en dat het belangrijk is dat zij hun eigen mening over hun vader kunnen vormen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaakgegevens: C/16/483977 / JE RK 19-1365
Datum uitspraak: 12 september 2019

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats 1] ,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 29 mei 2019, ingekomen bij de griffie op 4 juni 2019;
- het emailbericht d.d. 12 juli 2019 van mr. D. van de Lockant-Geschiere, de advocaat van de moeder;
- de brief d.d. 15 juli 2019 van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland (hierna: de GI) met als bijlage een verslag van de video home training, ingekomen op 16 juli 2019.
- de brief d.d. 12 juli 2019 van de vader, ingekomen bij de griffie op 18 juli 2019.
Op 12 september 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de vader,
- de moeder, bijgestaan door mr. D. van de Lockant-Geschiere,
- de heer [A] , namens de Raad,
- mevrouw [B] , namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden en heeft hiervoor de volgende redenen gegeven.
De kinderen groeien al jaren op bij ouders die een zeer verstoorde communicatie met elkaar hebben. Er is veel spanning tussen de ouders, wantrouwen, oud zeer en verwijten. Als gevolg hiervan verlopen overdrachtsmomenten regelmatig spanningsvol en/of conflictueus. Op dit moment ziet de Raad dat [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] zich binnen de voor hen moeizame scheidingscontext nog goed ontwikkelen. Er zijn nauwelijks tot geen zorgen vanuit bijvoorbeeld school. Toch zijn de eerste signalen van problemen op het gebied van hun loyaliteit zichtbaar. Zo laten ze zien moeite te hebben om naar hun vader te gaan. Het lukt de ouders niet om hun onderlinge moeite en spanningen buiten de kinderen te houden.
Naast de echtscheidingsproblematiek is er zorg over het functioneren van de vader, zowel persoonlijk als ook als opvoeder. Hij raakt regelmatig in conflict met zijn omgeving, ook in bijzijn van de kinderen. Ook zijn er signalen dat hij hoge eisen stelt aan (de ontwikkeling van) de kinderen en/of niet altijd aansluit bij de behoeftes van de kinderen.
De Raad denkt dat het goed is voor de kinderen als zij meer contact met hun vader zouden krijgen en hiervoor toestemming krijgen van de moeder. Om de zorgen bij de vader weg te nemen, stelt de Raad voor dat video home training wordt ingezet. Daarnaast moet er rust komen en op termijn is nodig dat de ouders een nieuwe poging gaan doen om hun communicatie en samenwerking te verbeteren zodat zij hun gezamenlijke rol als opvoeders en verzorgers van de kinderen weer adequaat vorm kunnen geven.

De standpunten

De vader heeft naar voren gebracht dat iemand voor de video home training is langs geweest en geconcludeerd heeft dat deze vorm van hulp niet nodig was. Doordat de communicatie tussen hem en de moeder moeizaam verloopt, ontstaat er onrust bij de vader. De vader vindt het oneerlijk dat hij de kinderen niet mede mag opvoeden en hij heeft hierdoor een sterk gevoel van onrecht ontwikkeld. Volgens de vader is een gesprek met de moeder op gelijk niveau nooit geprobeerd om tot afspraken te komen. Het verzoek tot ondertoezichtstelling kwam voor de vader als een verrassing. Hij hoopt dat de GI nu wel met de beide ouders om de tafel wil gaan, want op deze manier blijft het onrustig voor de kinderen.
De moeder heeft naar voren gebracht dat de kinderen nu rust ervaren en dat het goed met ze gaat. Zij vindt het belangrijk dat de kinderen hun vader blijven zien en hun eigen mening over hem kunnen vormen. De moeder vindt dat zij en de vader niet goed met elkaar kunnen praten en niet tot overeenstemming komen. Het idee van de vader om met elkaar om de tafel te gaan zitten vindt de moeder dan ook niet in het belang van de kinderen. De moeder deelt de conclusies van de Raad. Zij had het graag anders gezien, maar ze kan zich vinden in het verzoek als de problemen met hulp van een gezinsvoogd opgelost kunnen worden.
Namens de GI is naar voren gebracht dat het een lastige situatie is. Een gezinsvoogd kan niet veel oplossingen geven, omdat er discussies blijven ontstaan. De ouders hebben verwachtingen van de GI die niet reëel zijn. De GI zal sec uitvoeren wat de Raad heeft geadviseerd. Hoewel het bezoek van de video home training er adequaat uitzag, heeft de GI wel zorgen over het ontbreken van zicht op de thuissituatie van de vader omdat ook de communicatie tussen de vader en de GI moeizaam verloopt. Wel wordt gezien dat de communicatie tussen de vader en de kinderen prettiger verloopt dan tussen de vader en hulpverleners.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
Op dit moment zijn de bedreigingen in de ontwikkeling van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] waaraan in ieder geval gewerkt moet worden: Hoewel de kinderen zich vooralsnog goed lijken te ontwikkelen, is de verwachting dat door de lange duur van de forse (communicatie)problemen tussen de ouders en de impasse die er is ontstaan op korte of wat langere termijn problemen bij de kinderen zichtbaar zullen worden. Deze problemen zijn zich mogelijk wel al (ongemerkt) aan het ontwikkelen, waarbij met name het risico bestaat dat de kinderen forse loyaliteitsproblematiek krijgen en angst en onveiligheid ervaren door de voortdurende spanning tussen de ouders. Bovendien is er weinig zicht op de thuissituatie en de opvoedvaardigheden van de vader, omdat de communicatie tussen hem en de hulpverlening niet goed verloopt. Ook zijn er zorgen over de mate waarin de vader kan aansluiten bij de behoeften van de kinderen. Het is belangrijk dat daar meer duidelijkheid over komt.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] onder toezicht van Samen Veilig Midden-Nederland, [vestigingsplaats] met ingang van 12 september 2019 tot 12 september 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2019 door mr. A.A.T. van Rens, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D.B.T. Koster als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 september 2019.