Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen de man,
hierna te noemen de vrouw,
1.1. Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de man, ingekomen ter griffie op 29 juli 2019;
- het verweerschrift van de vrouw, tevens houdende zelfstandige verzoeken, ingekomen op 3 oktober 2019;
- de brief van 11 november 2019 van de man met producties 9 tot en met 15;
- het verweerschrift van de man op de zelfstandige verzoeken van de vrouw, ingekomen op 5 november 2019;
- het F-formulier van 8 november 2019 van de vrouw met producties 3 tot en met 5.
2.2. Vaststaande feiten
- [kind 1], geboren op [datum 3] 1998 in [geboorteplaats] ;
- [kind 2], geboren op [datum 4] 2000 in [geboorteplaats] ;
- [kind 3], geboren op [datum 5] 2002 in [geboorteplaats] .
- primair: met ingang van de datum van de indiening van het verzoekschrift wordt beëindigd;
- subsidiair: met ingang van de datum van het verzoekschrift op nihil wordt gesteld;
- meer subsidiair: met ingang van de datum van het verzoekschrift wordt bepaald
.Dat betekent dat een daling van zijn inkomen ook daarom niet direct gevolgen zal hebben voor de hoogte van de partneralimentatie.
berekening 1). De aanvullende behoefte van de vrouw overstijgt daarmee nog steeds de bijdrage die de man op dit moment betaalt. Dit betekent dat het gewijzigde inkomen van de vrouw in die zin ook geen wijziging oplevert in de zin van artikel 1:159 lid 3 BW.