Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
“Duration”opgenomen:
“This agreement commences on 15-08-2017 and continues at least until 14-02-2018. There after this agreement will continue for an indefinite time period.”. [gedaagde] eist in reconventie, kort gezegd:
- een verklaring voor recht dat de huur per 15 januari 2018 van rechtswege is geëindigd,
- dat [eiseres] de woning ontruimt, en
- vanaf 15 januari 2018 tot de ontruiming € 1.670,00 per maand aan gebruiksvergoeding betaalt (wat [eiseres] al betaalde gaat daarvan af),
“at least”is daarmee in tegenspraak, en ook dat de huurovereenkomst na die datum onvoorwaardelijk wordt voortgezet voor
“an indefinite time period”. De tekst is niet zo duidelijk, dat daaraan de conclusie kan worden verbonden dat de huur zonder meer zal eindigen op 15 januari 2018.
“Your contract will end at the 14th of January 2018. It will not be extended!”. Maar die aanzegging is blijkbaar niet zo hard als de tekst doet vermoeden.
“Also make sure to know that the landlord is planning to renovate the property as I told you in the beginning.”. Maar in antwoord daarop schrijft [eiseres]
“we didn’t understund that the landlord is planning to renovate the property (…)”. Op de zitting is gebleken dat [gedaagde] weliswaar plannen had om de woning te renoveren, maar dat die plannen op of rond 15 januari 2018 nog helemaal niet concreet waren. Als de kantonrechter [gedaagde] goed heeft begrepen, zou die renovatie plaatsvinden in het kader van een nieuwe mogelijke verhuur van de woning aan [naam stichting] (zie productie 4 van [gedaagde] ). Maar die huurovereenkomst is nooit tot stand gekomen. Dat dit zou liggen aan het feit dat [eiseres] de woning na 15 januari 2018 is blijven bewonen, heeft [gedaagde] onvoldoende duidelijk gemaakt. De renovatieplannen zijn daarmee te onbepaald om aan te nemen dat die een reden waren om concreet de huur voor [eiseres] per 15 januari 2018 te doen eindigen.
600,00(2 punten x tarief € 300,00*)