Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord aan de zijde van de Stichting en [gedaagde sub 2]
- de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde sub 3]
- de mondelinge behandeling van 4 januari 2019, waarvan door de griffier aantekening is gemaakt
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van de Stichting en [gedaagde sub 2]
- de pleitnota van [gedaagde sub 3]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
procedureleonjuistheden of onzorgvuldigheden. In het vervolg dient dus beoordeeld te worden of er sprake is van aperte
inhoudelijkeonjuistheden of onzorgvuldigheden.
980,00
980,00