In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en verkoper van een woning. De koper, aangeduid als [eiser], had de woning op 25 februari 2016 gekocht van de verkoper, aangeduid als [gedaagde]. Na de aankoop ontdekte de koper asbest in het dakbeschot tijdens verbouwingswerkzaamheden. De koper vorderde een verklaring voor recht dat de verkoper haar mededelingsplicht had geschonden en aansprakelijk was voor de kosten van sanering van het asbest, alsook schadevergoeding van € 12.838,90.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verkoper niet op de hoogte was van de aanwezigheid van asbest en dat zij dit ook niet had hoeven weten. De mededelingen van de verkoopmakelaar konden niet zonder meer aan de verkoper worden toegerekend. De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van hechtgebonden asbest niet in de weg stond aan het normaal gebruik van de woning, en dat de koper onvoldoende had aangetoond dat de woning niet voldeed aan de eigenschappen die nodig zijn voor normaal gebruik.
De vorderingen van de koper werden afgewezen, en de koper werd veroordeeld in de proceskosten van de verkoper. De rechtbank benadrukte dat de koper de verkoper niet in de gelegenheid had gesteld om haar verplichtingen na te komen, wat ook een reden was voor de afwijzing van de vorderingen.