Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- een klievingsletsel, veroorzaakt door een scherprandig of kantig voorwerp, zoals een mes, op de rechter wenkbrauw;
- een boogvormige huidperforatie, suggestief voor een steekwond, veroorzaakt door een puntig voorwerp zoals een mes, onder de linker oksel;
- een diepe kraswond op de linkerschouder;
- een onregelmatige donkerrode ontvelling, passend bij een bijtwond, op de vierde vinger van de linkerhand;
- vier oppervlakkige huidbeschadigingen in boogvormige rangschikking, passend bij een bijtwond, op de eerste vinger van de rechterhand.
tagsin de liften heeft aangebracht. De advocaat heeft de rechtbank niet gevraagd verdachte hiervan vrij te spreken. De rechtbank zal de bewijsmiddelen daarom niet helemaal uitschrijven, maar volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen . De rechtbank verwijst daarbij in de voetnoten naar de plaats in het dossier waar de bewijsmiddelen te vinden zijn:
5.BEWEZENVERKLARING
1 meer subsidiair
op 11 september 2019 te Woudenberg, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer] heeft mishandeld, door die [slachtoffer] met een of meer scherpe en/of puntige voorwerpen in het lichaam te steken;
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
tagsaangebracht in twee liften. Dit is een vervelend feit dat zorgt voor overlast en financiële schade. Verdachte heeft hiermee geen rekening gehouden en heeft geen respect getoond voor de bezittingen van een ander.
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
260 dagen;
90 dagenvan de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
€ 531,50, bestaande uit
- veroordeelt verdachte tot hoofdelijke betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 september 2019 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook tot hoofdelijke betaling van de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
hij op of omstreeks 11 september 2019 te Woudenberg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven die [slachtoffer] met een of meer messen, althans een of meer scherpe en/of puntige voorwerpen, in de linkerzij en/of de buik en/of in de schouder en/of het gezicht en/of het hoofd, in elk geval in het lichaam, heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 11 september 2019 te Woudenberg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] een of meerdere malen:
- in/op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen, en/of
- in zijn vinger en/of duim te bijten;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )