In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 26 maart 2020, gaat het om een verzoek van de man tot wijziging van de kinderalimentatie en het treffen van een provisionele voorziening. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.D.L.C.C. van Rooij, verzoekt de rechtbank om de bijdrage in de kosten van de kinderen met terugwerkende kracht te verlagen naar nihil, en om de vrouw te veroordelen tot het betalen van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.I. Tonk, verzet zich tegen deze verzoeken en vraagt op haar beurt om de man te verplichten zijn financiële gegevens te overleggen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en heeft op 10 maart 2020 een mondelinge behandeling gehouden. Tijdens deze behandeling is vastgesteld dat de man in strijd heeft gehandeld met de goede procesorde door aanvullende stukken te indienen zonder tijdige toelichting. De rechtbank heeft besloten dat een nadere mondelinge behandeling noodzakelijk is om de ingediende stukken te kunnen beoordelen. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om een productieoverzicht over te leggen en heeft verdere beslissingen aangehouden.
De uitspraak benadrukt het belang van de goede procesorde en de noodzaak voor partijen om tijdig en volledig te communiceren over de ingediende stukken. De rechtbank zal de procedure voortzetten zodra de omstandigheden het toelaten, rekening houdend met de maatregelen rondom het coronavirus.