ECLI:NL:RBMNE:2020:134

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 januari 2020
Publicatiedatum
17 januari 2020
Zaaknummer
C/16/494128 / JE RK 19-2602
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 januari 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam van A], geboren in 2002. De kinderrechter heeft deze machtiging verleend op verzoek van Samen Veilig Midden-Nederland, de gecertificeerde instelling (GI), die aangaf dat [voornaam van A] niet in een crisissetting moet belanden. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot 1 juli 2020, na een eerdere machtiging van twee weken die op 1 januari 2020 inging.

Het procesverloop begon met een tussenbeschikking op 23 december 2019, waarin de noodzaak voor jeugdhulp werd vastgesteld. De kinderrechter heeft ter zitting op 3 januari 2020 de betrokken partijen gehoord, waaronder de minderjarige, zijn moeder, en vertegenwoordigers van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam van A] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft ook overwogen dat de opneming en verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat aan de wettelijke criteria voor het verlenen van de machtiging is voldaan. De minderjarige en zijn moeder hebben ingestemd met het plan van de GI, dat voorziet in een overgang naar een beschermde woonvorm waar [voornaam van A] kan verblijven. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd tot 1 juli 2020, met de verwachting dat de jeugdhulpaanbieder de machtiging opschort zodra [voornaam van A] naar de beschermde woonvorm gaat.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens : C/16/494128 / JE RK 19-2602
datum uitspraak: 3 januari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
betreffende
[A], geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van A] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam belanghebbende] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de tussenbeschikking van deze rechtbank van 23 december 2019, waarbij een machtiging gesloten jeugdhulp is verleend met ingang van 1 januari 2020 voor de duur van twee weken en de beslissing op het verzoek voor het overige is aangehouden.
Nadien is ingekomen:
- de verklaring van 31 december 2019 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de fax met bijlagen van de GI van 31 december 2019;
- de instemmende verklaring van 2 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 3 januari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam van A] , bijgestaan door mr. A.M.P.M. Adank,
- de moeder,
- de heer [B] , een vertegenwoordiger van de GI;
- de heer [C] , begeleider van [voornaam van A] .
Aan mevrouw [D] , zus van [voornaam van A] , is bijzondere toegang tot de zitting verleend.
Het verzoek
De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam van A] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. Bij beschikking van
23 december 2019 is de machtiging reeds verleend voor de duur van twee weken vanaf
1 januari 2020, zodat nog voorligt het verzoek een machtiging te verlenen tot 1 juli 2020.
De GI heeft ter zitting toegelicht dat [voornaam van A] niet in een crisissetting moet belanden. Het plan is nu dat [voornaam van A] over enige tijd, zodra hij daar aan toe is, naar een beschermde woonvorm gaat waar veel Arabisch sprekende jongeren zitten. De GI gaat proberen de gemeente ervan te overtuigen dat het nodig is dat zijn begeleiders uit de gesloten jeugdhulp met hem mee gaan. In het verleden heeft [voornaam van A] een terugval laten zien in nieuwe situaties. De GI heeft daarom verzocht om een gesloten machtiging, zodat die kan dienen als overbrugging totdat [voornaam van A] er aan toe is naar de beschermde woonvorm te gaan en daarna als vangnet.

Het standpunt van belanghebbenden

[voornaam van A] heeft ter zitting verteld in te stemmen met het plan van de GI, maar het ook wel spannend te vinden. De advocaat van [voornaam van A] heeft daaraan toegevoegd dat het voor [voornaam van A] fijn zou zijn als er een plek wordt gevonden waar hij zich vertrouwd voelt en als zijn begeleiders met hem mee kunnen. Veranderingen zijn moeilijk voor hem.
De moeder heeft ter zitting gezegd het plan van de GI een goed plan te vinden.
De begeleider van [voornaam van A] heeft ter zitting verteld dat [voornaam van A] erg veranderd en gegroeid is. De begeleider is bereid met [voornaam van A] mee te verhuizen als dat mogelijk is.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarnaast is artikel 6.1.2, vierde lid, Jeugdwet van toepassing. Daarin is bepaald dat, indien de jeugdige 18 jaar is, een machtiging gesloten jeugdhulp alleen kan worden verleend als de behandeling reeds is aangevangen voordat de jeugdige de 18-jarige leeftijd heeft bereikt en er voor die tijd ook al een hulpverleningsplan is opgesteld waaruit blijkt dat toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp.
De kinderrechter constateert dat voldaan is aan de hiervoor genoemde criteria. De groep waar [voornaam van A] op dit moment verblijft zal binnenkort sluiten. Het is de bedoeling dat [voornaam van A] naar een beschermde woonvorm, Daar-na van [instelling 1] , gaat waar overwegend Arabisch sprekende jongens verblijven. Daarnaast is [voornaam van A] aangemeld bij [instelling 2] , waar hij tot zijn plaatsing in de beschermde woonvorm kan verblijven en waarop hij kan terugvallen als dat nodig is. Zowel [voornaam van A] als zijn moeder hebben ingestemd met dit plan. [voornaam van A] kan niet naar huis en de overgang naar onbegeleid wonen of een crisisplek zou te groot zijn voor [voornaam van A] . De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp daarom verlenen, en wel voor de resterende periode, te weten tot 1 juli 2020. De kinderrechter gaat ervan uit dat de jeugdhulpaanbieder de machtiging opschort met toepassing van artikel 6.1.12 lid 5 Jeugdwet, zodra [voornaam van A] naar de beschermde woonvorm gaat en deze opschorting zo nodig ook weer intrekt als het voor [voornaam van A] nodig is dat een beroep op het vangnet wordt gedaan.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging gesloten jeugdhulp tot uiterlijk 1 juli 2020 betreffende de minderjarige [voornaam van A] ;
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van de Vliert-Vos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 januari 2020.