Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een omgevingsvergunning voor het realiseren van een ligplaats voor een woonboot, berging en steiger in Nieuwegein. De zaak betreft eisers die beroep hebben ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders, dat op 4 april 2019 een omgevingsvergunning heeft verleend aan vergunninghouders. Eisers stelden dat de procedure niet correct was gevolgd, omdat er geen ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage was gelegd, wat in strijd is met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank oordeelde dat de gemeenteraad niet op de juiste wijze was geïnformeerd en dat de verklaring van geen bedenkingen gebrekkig tot stand was gekomen. Hierdoor was het bestreden besluit ook gebrekkig. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, waardoor de omgevingsvergunning gehandhaafd bleef. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eisers.