Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Wat is er aan de hand?
2.Wat vindt de kantonrechter ervan?
- bepaalde keukenspullen (pannen, blender, bestek en glazen);
- duikspullen;
- terugbetaling van € 560;
- betaling van de helft van de waarde van de auto.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 8 april 2020 een tussenuitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde], die een relatie hebben gehad en samenwoonden zonder samenlevingscontract. De relatie is in maart 2019 beëindigd en sindsdien zijn er geen goede afspraken gemaakt over de verdeling van goederen en financiële verplichtingen. [Eiseres] vordert de afgifte van bepaalde spullen en betaling van verschillende bedragen, waaronder € 4.175, € 560 en subsidiair € 1.500 voor duikspullen. De zaak is op 19 februari 2020 verwezen naar de kantonrechter, maar door de coronamaatregelen is een fysieke zitting niet mogelijk. De kantonrechter heeft besloten de zaak schriftelijk te behandelen en partijen de gelegenheid te geven om schriftelijk te reageren op de ingediende stukken.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] besproken, waaronder de afgifte van keukenspullen en duikspullen, en de terugbetaling van € 560. De kantonrechter heeft opgemerkt dat [eiseres] beter moet onderbouwen dat de gevorderde spullen daadwerkelijk van haar zijn en dat [gedaagde] de bedragen die hij heeft overgemaakt moet toelichten. De kantonrechter heeft ook gewezen op de onduidelijkheid over de eigendom van de auto, waarover partijen het niet eens zijn. [Eiseres] moet bewijzen dat de auto gemeenschappelijk eigendom is om recht te hebben op de helft van de waarde.
De kantonrechter heeft bepaald dat [eiseres] op 29 april 2020 schriftelijk mag reageren op de besproken punten, waarna [gedaagde] de gelegenheid krijgt om daarop te reageren. Verdere beslissingen zijn aangehouden tot na deze schriftelijke uitwisselingen.