Uitspraak
1.Inleiding
2.Beoordeling
- twee facturen van accountant [accountant] , voor € 320,65 en voor € 1.160.09;
- een bedrag van € 11.834 dat [eiseres] van haar ouders gekregen heeft;
- opnamen van [eiseres] van in totaal (ten minste) € 5.730.
:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die op 8 april 2020 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderden [eiseres] en [verweerder], broer en zus, de vaststelling van de verdeling van de nalatenschap van hun ouders. De ouders, [A] en [B], hadden in 1991 hun testament gemaakt en zijn respectievelijk in 2014 en 2018 overleden. Vanwege de coronamaatregelen kon er geen zitting plaatsvinden, waardoor de rechtbank besloot de zaak schriftelijk te behandelen. Beide partijen dienden hun standpunten in over de verdeling van de nalatenschap, waarbij de rechtbank opmerkte dat er zowel zakelijke als persoonlijke geschilpunten waren, waaronder de mantelzorg die [eiseres] voor hun moeder had verleend.
De rechtbank beoordeelde verschillende geschilpunten, waaronder facturen van een accountant, een bedrag dat [eiseres] van haar ouders had ontvangen, en opnames van de rekening van hun moeder. [Eiseres] had een volmacht om de financiën van haar moeder te beheren, maar de rechtbank benadrukte dat dit niet automatisch betekende dat zij geen verantwoording aan [verweerder] hoefde af te leggen. De rechtbank hield de behandeling aan en gaf [verweerder] de gelegenheid om binnen vier weken te reageren op de besproken onderwerpen, waarna [eiseres] ook de kans kreeg om te reageren. De zaak blijft dus open voor verdere behandeling en mogelijke schikking tussen de partijen.