ECLI:NL:RBMNE:2020:1527
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentieverklaring voor sociale huurwoning na relatiebreuk
In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring om voorrang te krijgen bij de toewijzing van een sociale huurwoning, na de beëindiging van haar relatie. De aanvraag werd afgewezen door de UrgentieCommissie West-Utrecht, omdat de vader van haar dochter, [B], in de woningbehoefte van het kind kan voorzien. Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 10 maart 2020 heeft eiseres toegelicht dat zij tijdelijk bij een kennis verblijft en dat haar dochter, [A], niet bij haar kan wonen omdat zij in Woerden naar school gaat. De rechtbank heeft overwogen dat de aanvraag om een urgentieverklaring terecht is afgewezen, omdat aan de voorwaarden uit de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019 niet is voldaan. De rechtbank concludeert dat de vader van [A] in de woningbehoefte kan voorzien, aangezien hij al meer dan tien jaar als woningzoekende is ingeschreven bij Woningnet. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen bijzondere hardheid is die een uitzondering op de regels rechtvaardigt. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe op 21 april 2020, en zal openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.