ECLI:NL:RBMNE:2020:157
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C. Stijnen
- E.M. van der Linde
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure omtrent omgevingsvergunning voor het kappen van bomen in Laren
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 januari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de omgevingsvergunning voor het kappen van bomen. Eiseres, Stichting 'Verenigde Kolonie', heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren, dat op 19 juni 2018 een omgevingsvergunning heeft verleend aan Gooisch Bouwen B.V. voor het bouwen van een woning en het kappen van 37 bomen. In een later besluit op 16 juli 2018 werd een aanvullende vergunning verleend voor het kappen van drie bomen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, wat leidde tot een gegrond verklaard bezwaar en een aanpassing van de vergunning voor het kappen van bomen naar 33 in plaats van 40.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2019 heeft de rechtbank de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, die zich voornamelijk richtten op het kappen van bomen. Eiseres betoogde dat de grote kuil die gegraven moet worden voor de woningbouw meer bomen zou doen verdwijnen dan noodzakelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepsgronden enkel betrekking hadden op het kappen van bomen en dat de bouw van de woning niet ter discussie stond. De rechtbank heeft de juridische kaders uiteengezet, waaronder de relevante bepalingen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Laren.
De rechtbank concludeert dat de beslissing van verweerder om de omgevingsvergunning te verlenen, op basis van het advies van de gemeentelijke groendeskundige, niet onredelijk is. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan de deskundigheid van de groendeskundige en heeft geoordeeld dat de belangenafweging door verweerder rechtmatig was. Eiseres heeft geen overtuigend tegenadvies gepresenteerd en de rechtbank heeft de beroepsgronden ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.