Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is op 23 maart 2020 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1986, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was ingediend op 3 maart 2020 en betrof het verlenen van verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en een behandelend psycholoog werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met name een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor de betrokkene en de maatschappij. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en verleende daarom de zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 23 september 2020.
De rechtbank concludeerde dat de verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg zoals bedoeld in de Wvggz. De beschikking is mondeling gegeven door rechter V.M.M. van Amstel en schriftelijk uitgewerkt op 3 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.