ECLI:NL:RBMNE:2020:1709
Rechtbank Midden-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak bestuursrechtelijke beslissing over ondersteuningsplan
Deze uitspraak betreft het verzet dat opposante heeft ingediend tegen de uitspraak van de rechtbank van 14 januari 2020. In die uitspraak werd het beroep van opposante tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfherenlanden van 11 juli 2019 ongegrond verklaard. Opposante heeft verzet ingesteld zonder te verzoeken om een zitting. De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het ondersteuningsplan een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat opposante geen geldige reden had om het bezwaarschrift te laat in te dienen. De rechtbank heeft de uitspraak zonder zitting gedaan, wat volgens artikel 8:54 van de Awb is toegestaan.
In het verzet stelt opposante dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen twijfel was over de uitkomst van de zaak. Opposante betoogt dat de gemachtigde, mr. [.] , ten onrechte in de uitspraak van 14 januari 2020 is vermeld, omdat hij geen betrokkenheid had bij de procedure. Daarnaast stelt zij dat het ondersteuningsplan van 31 januari 2019 niet correct is bekendgemaakt en dat er geen rechtsmiddelenverwijzing was, wat zou leiden tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding.
De rechtbank concludeert dat de gemachtigde van opposante geen rol heeft gespeeld in de beroepsprocedure en dat de eerdere uitspraak terecht is gedaan. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat de gronden van opposante in verzet niet slagen. Het verzet wordt ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak blijft in stand.