Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 mei 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,
.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 6 januari 2020 heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwegein. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden, omdat eiseres het griffierecht niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiseres op 9 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor de late betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen recht op vergoeding van proceskosten, maar het te laat betaalde griffierecht zal aan eiseres worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen op 8 mei 2020, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.