Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] (Marokko), voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 10 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 26 februari 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1983 in Marokko. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 maart 2020, waarbij de rechtbank de advocaat van betrokkene en een psychiater heeft gehoord. De advocaat verklaarde dat betrokkene al lange tijd bijgestaan wordt en dat er geen goed gesprek met hem mogelijk is, omdat hij op alle vragen bevestigend antwoordt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en insluiten, goedgekeurd. Tevens is er een zorgmachtiging verleend voor opname in een accommodatie, omdat dit noodzakelijk is om de behandeling voort te zetten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn.
De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 10 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter V.M.M. van Amstel en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.