ECLI:NL:RBMNE:2020:1767
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na einduitspraak door rechter
In deze wrakingszaak hebben verzoekers een verzoek ingediend tot wraking van mr. R.P.P. Hoekstra in een kort geding-procedure. Het wrakingsverzoek is op 28 april 2020 schriftelijk ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het doel van wraking kan niet meer worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de zaak dan is geëindigd. In deze zaak was er op 15 april 2020 al een vonnis gewezen, wat betekent dat de behandeling van de zaak was afgesloten. Het wrakingsverzoek werd pas na deze einduitspraak ingediend, waardoor de rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment van het verzoek. De wrakingskamer concludeert dat verzoekers niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun wrakingsverzoek. Op basis van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid is een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig. De beslissing is openbaar uitgesproken op 1 mei 2020.