ECLI:NL:RBMNE:2020:1769
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening schorsing rijbewijs bij gebrek aan duidelijke aanwijzingen
Op 1 mei 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wiens rijbewijs was geschorst op basis van een medisch onderzoek, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Verweerder, de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, had op 20 maart 2020 een besluit genomen dat de schorsing van het rijbewijs van verzoeker inhield. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn bedrijf.
Tijdens de zitting, die via Skype plaatsvond, heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat er onvoldoende duidelijke aanwijzingen waren voor de schorsing van het rijbewijs, ondanks de claims van verweerder dat verzoeker geestelijk niet goed functioneerde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verklaringen van de huisarts en verzoeker niet voldoende waren om de schorsing te rechtvaardigen.
De voorzieningenrechter heeft het primaire besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Daarnaast is verweerder opgedragen het griffierecht van € 178,- aan verzoeker te vergoeden en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.050,-. De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.