ECLI:NL:RBMNE:2020:2026
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand woonkostentoeslag door gemeente Utrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag, welke was afgewezen door de gemeente. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, die een uitkering ontving op grond van de Participatiewet, samenwoonde met zijn ex-echtgenote en twee kinderen in een huurwoning. De ex-echtgenote was door de gemeente aangemerkt als niet-rechthebbende partner en er was sprake van een huurachterstand. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag om bijzondere bijstand was ingediend om een schuld af te lossen, wat in strijd is met artikel 13 van de Participatiewet. De rechtbank concludeerde dat de gemeente terecht had geoordeeld dat de eiser niet in aanmerking kwam voor de woonkostentoeslag, omdat er geen sprake was van een acute noodsituatie die de verlening van bijstand onvermijdelijk maakte. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.