Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 juni 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Geschil
Bewijslast
Over de politiemeldingen heeft eiseres aangevoerd dat die de periode van 2013 tot en met 2018 betreffen. In die periode zijn er zeven meldingen geweest waaruit de aanwezigheid van [A] op het adres van eiseres zou blijken. Dat is niet genoeg om te concluderen dat [A] zijn hoofdverblijf had op het adres van eiseres.
Bij het afsluiten van een verzekering bij Centraal Beheer heeft [A] het adres van eiseres als correspondentieadres doorgegeven, omdat hij in die periode op wisselende adressen woonde en stond ingeschreven. Ten tijde van het boeken van de gezamenlijke vakantie had [A] geen vast verblijfsadres. Daarom heeft eiseres bij het boeken van die vakantie haar adres ook als adres van [A] opgegeven.
Wat betreft het waterverbruik, heeft eiseres gesteld dat zij in de woning woonde met haar twee zonen en dat er regelmatig familie over de vloer kwam die ook bleef slapen en gebruikmaakte van toilet en badkamer. Dat verklaart het hoge waterverbruik.
“Ik woon hier sinds 2000 met mijn vrouw (woon hier sinds 2004) en 3 kinderen.[…]
[adres] , Daar wonen [A] en [eiseres] . Achternamen weet ik niet. Mevrouw woonde hier met haar man en zonen. Haar man is 15/16 jaar overleden. De heer [A] woont al minstens 11 jaar op het adres. De heer [A] gebruikt een camper en een BMW. (…) De heer [A] zie ik vaak, ik zie hem ook wel naar het werk gaan. De BMW wordt door meneer en mevrouw gebruikt. (…) De heer [A] woont daar echt volledig sinds 11 jaar. Wij zijn wel eens bij hen binnen geweest. Als ik iets geregeld moet hebben, regel ik dat met de heer [A] . (…)”
De heer [A] woont op dit adres vanaf zomer 2006. De heer [A] heeft in 2005 geholpen met de schutting schilderen. Ongeveer een jaar later, sinds 2006, woont hij op volledig op dit adres. Ik heb niet gezien dat de heer [A] is verhuisd met spullen. De heer [A] rijdt in een BMW station. Mevrouw gebruikt de BMW ook. De heer [A] heeft ook een camper. (…) Ik heb de camper meerdere jaren achtereen gezien, dan heb je het over 4 a 5 jaar. (…)
De heer [A] en mevrouw [eiseres] gaan ook wel samen weg. Ik krijg de indruk dat zij beiden de laatste half jaar geen werken hebben. De heer [A] ging daarvoor rond half 8/acht uur weg naar zijn werk met de camper. Ik zag hem ook weer thuis komen. (…) De heer [A] en mevroouw [eiseres] ontvangen samen bezoek, haar ouders uit [woonplaats] en haar zus. Sinds een aantal jaar komt er een jongeman bij hun helpen met klussen. De oudste zoon en deze jongeman hebben de schuur samen met de heer [A] gerepareerd. (…)
Ik heb niet de indruk dat de heer [A] in de camper slaapt. Ik zie de heer [A] in de woning en de tuin. Het laatste half jaar zie ik hem minder. (…) Ik heb hen in het verleden gezien met boodschappen. Er wordt gezamenlijk feest gevierd. De heer en mevrouw gaan met de camper op vakantie, meestal 1 keer per jaar naar Spanje. (…)
Vorig jaar april, het voor het laatst in augustus, heb ik nog overleg met de heer [A] gehad over een nieuwe schutting tussen onze tuinen. Wij hebben hier meerdere malen over gesproken, maar het is er niet van gekomen. (…)
De heer [A] heeft een jaar of vier geleden een open haard geplaatst, met een schoorsteen die te kort was. (…)
U heeft mij foto’s getoond. U toont mij een foto van 2 mensen. Die mensen op deze foto’s herken ik als de heer [A] en mevrouw [eiseres] die hiernaast wonen. U heeft mij ook een foto van de camper getoond. Ik herken de camper als de camper van de heer [A] . Samenvattend: De heer [A] en mevrouw [eiseres] leven als gezin samen.”
“Ik heb woonruimte verhuurd aan de heer [A] op het adres [adres] in [woonplaats] . (…)
Ik had al snel door dat de heer [A] verbleef nooit in de woning. Binnen een half jaar heb ik de heer [A] uit laten schrijven van het adres bij de gemeente. Waarschijnlijk heeft de gemeente de inschrijving van de heer [A] “in onderzoek” gezet.
(…)
Ik gebruik het adres bijna dagelijks als kantoorruimte van 9 tot 5 uur maar ik heb de heer [A] nooit gezien. Ik heb niet de indruk dat de heer [A] op dit adres heeft gewoond, ik zag geen vieze afwas, vochtige douche of afval in de woning. Op een gegeven moment heb ik het slot van de kamer opengebroken en de kamer maakte geen bewoonde indruk. Er lagen geen persoonlijke spullen of iets dergelijks van de heer [A] . (…)”
28 augustus 2018 volgt dat er in de periode van 2013 tot 2018 zeven meldingen zijn geweest over het adres van eiseres. In de melding van 1 september 2017 wordt door de melder genoemd dat meneer [A] sinds 2008 op het adres van eiseres woont. Uit de melding van 1 januari 2018 blijkt dat de mannelijke bewoner van [adres] in [woonplaats] heeft verklaard dat hij ernstig bedreigd was door zijn buurman van nummer [nummer] en niet langer meer
thuisop [adres] in [woonplaats] wilde slapen.
Wederzijdse zorg
€ 256,50 aan [A] over. [A] betaalde vanaf 20 maart 2014 de hypotheek van zijn rekening. Eiseres heeft in de periode van 31 oktober 2013 tot en met 10 juni 2015 maandelijks een bedrag van € 50,- overgemaakt naar de verhuurder van het adres [adres] in [woonplaats] ten behoeve van [A] . In de periode van 27 maart 2013 tot en met 19 april 2017 zijn regelmatig bedragen overgeschreven van de rekening van eiseres naar de rekening van [A] en andersom. Voorts heeft verweerder betrokken dat de voertuigen op naam van [A] staan, terwijl eiseres bekend staat bij de ANWB ten aanzien van die voertuigen.
€ 50.889,13 terugvorderen.