Uitspraak
wonend in [woonplaats 1] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. A.C. de Bakker in Hendrik-Ido-Ambacht,
wonend in [woonplaats 2] ,
verweerster, hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat mr. M.J.M. Derks.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht en specifiek het personen- en familierecht, gaat het om de nalatenschap van [A], die op [overlijdensdatum] 2004 is overleden. [A] was eerder getrouwd met [B], met wie hij twee kinderen had, [C] en [D]. Na de echtscheiding hertrouwde hij met [E] en had hij nog een zoon, [F]. Na het overlijden van [A] heeft [verweerster], met wie hij samenwoonde, de erfenis beneficiair aanvaard. De zaak draait om de vraag of de woning in [woonplaats 2], die [A] en [verweerster] samen hebben gekocht, tot de nalatenschap behoort of dat [verweerster] als enig eigenaar kan worden beschouwd. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de onverdeelde helft van de woning niet meer tot de nalatenschap behoort, maar de huidige procedure richt zich op de juridische eigendom en de gevolgen van het verblijvingsbeding in de samenlevingsovereenkomst. De rechtbank concludeert dat het huis nog steeds voor de helft tot de nalatenschap behoort, omdat de schulden aan de kinderen van [A] nog niet zijn voldaan. De rechtbank geeft [verweerster] de gelegenheid om een constructief voorstel te doen voor een oplossing, waarbij de belangen van beide partijen in overweging worden genomen. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis met meerdere procedures, en de rechtbank wil een einde maken aan deze langdurige kwestie.