ECLI:NL:RBMNE:2020:2198

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
C/16/502471 / FA RK 20-3079
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • G. van de Beek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om zorgmachtiging en voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 mei 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1989 in Afghanistan en momenteel verblijvende in een zorginstelling, heeft te maken met een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel dreigt voor de betrokkene en de omgeving, wat aanleiding geeft tot het verlenen van verplichte zorg.

De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en een arts telefonisch zijn gehoord. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg beoordeeld, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.

De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 29 november 2020, en wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af, omdat dit niet langer nodig is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt op 9 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummers:
C/16/502471 / FA RK 20-3079 (machtiging tot verlenen van verplichte zorg)
C/16/502933 / FA RK 20-3245 (machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel)
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 29 mei 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] (Afghanistan),
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. B.A. Palm.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift tot verlening van een machtiging tot verplichte zorg van 15 mei 2020;
  • het verzoekschrift tot verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel van 26 mei 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 mei 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het verzoek tot verlening van een machtiging tot verplichte zorg gewenst is, dit betekent dat de rechtbank dit verzoek als eerste zal behandelen.
1.3.
Bij het verzoekschrift tot verlening van een machtiging tot verplichte zorg zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 24 april 2020;
  • de zorgkaart inclusief bijlagen;
  • het zorgplan inclusief bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz;
  • de strafvorderlijke en justitiële gegevens.
1.4.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
  • de betrokkene, bijgestaan door mr. B.A. Palm,
  • de heer [A] , arts.
De betrokkene en de arts waren in dezelfde ruimte. De advocaat van betrokkene bevond zich in een afzonderlijke ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.5.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.6.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder per e-mail verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
De arts heeft verklaard dat het toedienen van vocht en voeding, onder a niet meer nodig is.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat het niet goed gaat. Zij zit alleen op haar kamer en kan nergens naartoe. Betrokkene wil zo snel mogelijk naar weg van de instelling.
2.3.
De advocaat van betrokkene heeft verklaard dat voldaan is aan de wettelijke criteria voor verlening van een zorgmachtiging.
2.4.
De arts heeft gepleit voor een zorgmachtiging. Betrokkene is met een crisismaatregel opgenomen omdat de situatie niet afgewacht kon worden. De afgelopen jaren is geprobeerd om betrokkene ambulant in behandeling te krijgen. Op dit moment is duidelijk sprake van een psychotische toestandsbeeld. Het is de bedoeling om betrokkene in te stellen op medicatie om het psychotisch beeld te stabiliseren. Ook is het belangrijk om tot een samenwerking te komen zodat ingezet kan worden op behandeling in het ambulante kader.
De arts heeft verzocht om ook de vormen van verplichte zorg, die zien op het insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene, toe te wijzen. Op dit moment is betrokkene vanuit een crisissituatie opgenomen en de kans is aanwezig dat bij weigering van de medicatie onrust en spanningen kunnen ontstaan waardoor, enkel als dit nodig is, het soms nodig is om betrokkene in te sluiten.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.6.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met haar hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.7.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen zodat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.8.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding. Deze verplichte zorg zal naar het oordeel van de rechtbank echter het ernstig nadeel niet voldoende kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank, met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz, bepalen dat er naast de door de officier van justitie geadviseerde vormen van verplichte zorg ook nog andere vormen van verplichte zorg moeten worden verleend, te weten insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene. Tijdens de zitting is besproken dat de bevindingen uit de medische verklaring die ten grondslag ligt aan he verzoek om voortzetting van de crisismaatregel ook gebruikt kan worden voor de beoordeling van de zorgmachtiging. De advocaat van betrokkene stemde hiermee in. In deze medische verklaring is ook geadviseerd om insluiting en het houden van toezicht als vormen van verplichte zorg op te nemen in de machtiging. De rechtbank acht, gelet op de verklaring van de arts tijdens de mondelinge behandeling, deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig wordt gewijzigd.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 29 november 2020. Dit betekent dat de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel zal afwijzen omdat daar geen belang meer bij is.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] (Afghanistan), voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het
gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat er een andere vorm van verplichte zorg dient te worden verleend, te weten:
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
en bepaalt dat het zorgplan overeenkomstig dit punt wordt gewijzigd;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 november 2020;
wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af.
Deze beschikking is op 29 mei 2020 mondeling gegeven door mr. G. van de Beek, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 9 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.