Geconcludeerd wordt dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigde de eis zal hebben begrepen op de door [eiseres] bepleite manier (3.4.) en dat er geen andere uitleg van de eis mogelijk is.
Dit wordt als volgt toegelicht.
De bewoordingen van de geschiktheidseis wijzen erop dat de gegadigde ervaring moet hebben met ontwerpwerkzaamheden in bouwteamverband. De gegadigde moet daarbij als hoofdaannemer in bouwteamverband hebben gewerkt.
De discussie spitst zich vooral toe op de vraag wat er moet worden verstaan onder het in deze eis gebezigde begrip “bouwteamverband”. In de aanbestedingsstukken wordt dit begrip niet omschreven, maar er zijn wel aanknopingspunten op grond waarvan dit begrip kan worden geduid.
Daarbij is allereerst van belang dat het om een geschiktheidseis gaat. De bedoeling van zo’n eis is dat de geschiktheid voor de opdracht wordt aangetoond. Er zal dus moeten worden gekeken wat de opdracht inhoudt en (mede) in het licht daarvan zal de geschiktheidseis moeten worden geduid.
De opdracht die in deze procedure wordt aanbesteed is: “het in een bouwteam voorbereiden en ontwerpen van de verschillende te onderhouden wegvakken in de provincie Utrecht”.
Wat houdt deze opdracht precies in, en wat moet worden verstaan onder “bouwteam” dat onderwerp is van deze opdracht?
In de aanbestedingsstukken is niet omschreven wat er onder een bouwteam moet worden verstaan. Wel wordt op diverse plaatsen in de selectieleidraad het woord “bouwteam” gebruikt. Uit de context waarin dit begrip in de selectieleidraad is gebruikt, valt, en daarover zijn partijen het eens, op te maken dat provincie Utrecht en de winnaar van de aanbesteding (de aannemer) deel uitmaken van het bouwteam, dat zij daarin allebei hun deskundigheid inbrengen, en gezamenlijk op basis van gelijkwaardigheid de te onderhouden wegvakken voorbereiden en ontwerpen.
In de branche wordt overigens hetzelfde onder een bouwteam verstaan, zoals dat hiervoor is beschreven. Het is een bouwvorm die zich onderscheidt van de traditionele bouwvorm, waarbij de opdrachtgever vooraf aangeeft hoe het ontwerp eruit moet komen te zien.
De behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigde zal gelet op de strekking/bedoeling van de geschiktheidseis, in relatie met de uitgevraagde opdracht, hebben begrepen dat het er bij de hier aan de orde zijnde geschiktheidseis om gaat dat aangetoond wordt dat er ervaring is met het daadwerkelijk samenwerken in een bouwteam.
Hij zal niet hebben begrepen dat provincie Utrecht daarnaast ook als eis heeft willen stellen dat er ervaring was met werken in een bouwteam op grond van een daartoe gesloten bouwteamovereenkomst. Die eis komt namelijk niet tot uitdrukking in de bewoordingen van de geschiktheidseis. Provincie Utrecht wordt niet gevolgd in haar stelling dat het woord bouwteamverband dit tot uitdrukking brengt omdat “verband” volgens de definitie die in de Van Dale wordt gegeven “contract” betekent. De toevoeging van “verband” is in dit geval zinledig; er had net zo goed “bouwteam” kunnen staan. Het is immers, in het kader van de uitgevraagde opdracht, in welk licht de geschiktheidseis moet worden begrepen, niet relevant of de ervaring in een bouwteam is opgedaan op basis van een daartoe gesloten bouwteamovereenkomst of niet. Het gaat erom of er ervaring is met het daadwerkelijk samenwerken in een bouwteam. De juridische aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden en de afspraken die gemaakt worden tussen de leden van het bouwteam zijn daarbij niet van belang. De behoorlijk geïnformeerde en oplettende gegadigde hoefde daar in ieder geval niet op bedacht te zijn.
Dat provincie Utrecht de eis dat sprake moet zijn geweest van een bouwteamovereenkomst heeft willen stellen, kan ook niet, zoals provincie Utrecht betoogt, worden opgemaakt uit de bepaling in de selectieleidraad dat de opdracht wordt aanbesteed in de vorm van een raamovereenkomst waarbij gebruik wordt gemaakt van het bouwteamdocument van Duurzaam Gebouwd (productie D van provincie Utrecht). De behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigde zal deze bepaling niet in verband hebben gebracht met de geschiktheidseis, omdat er tussen deze bepalingen geen of onvoldoende verband is. De bepaling waarop provincie Utrecht zich beroept is opgenomen in 2.3 van de selectieleidraad en heeft als kopje “Contractvorm”. Het gaat er bij de geschiktheidseis om dat de geschiktheid voor de opdracht wordt aangetoond. De contractvorm waarin de opdracht zal worden gesloten is daarvoor niet van belang.