ECLI:NL:RBMNE:2020:2468
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake kindgebonden budget
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 15 mei 2020, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Belastingdienst / Toeslagen van 6 juli 2019 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de voorschotbeschikking kindgebonden budget voor de jaren 2018 en 2019, maar het bezwaarschrift werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes weken na bekendmaking van de besluiten is ingediend. Eiser had de besluiten ontvangen op 28 december 2018 en 21 januari 2019, en had zijn bezwaarschrift uiterlijk op respectievelijk 8 februari 2019 en 4 maart 2019 moeten indienen. Het bezwaarschrift werd echter pas op 23 april 2019 ontvangen, wat te laat is.
Eiser stelt dat hij in de veronderstelling verkeerde dat zijn bezwaar al was afgehandeld na telefonisch contact met de Belastingdienst. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen geldige reden is voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om tijdig bezwaar te maken en dat hij niet zomaar kon aannemen dat het bezwaar niet nodig was. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is een fatale termijn van openbare orde, wat betekent dat deze niet kan worden gewijzigd. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep van eiser kennelijk ongegrond. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.