ECLI:NL:RBMNE:2020:2468

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
30 juni 2020
Zaaknummer
UTR 19/3125
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake kindgebonden budget

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 15 mei 2020, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Belastingdienst / Toeslagen van 6 juli 2019 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de voorschotbeschikking kindgebonden budget voor de jaren 2018 en 2019, maar het bezwaarschrift werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes weken na bekendmaking van de besluiten is ingediend. Eiser had de besluiten ontvangen op 28 december 2018 en 21 januari 2019, en had zijn bezwaarschrift uiterlijk op respectievelijk 8 februari 2019 en 4 maart 2019 moeten indienen. Het bezwaarschrift werd echter pas op 23 april 2019 ontvangen, wat te laat is.

Eiser stelt dat hij in de veronderstelling verkeerde dat zijn bezwaar al was afgehandeld na telefonisch contact met de Belastingdienst. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen geldige reden is voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. De rechtbank benadrukt dat het aan eiser is om tijdig bezwaar te maken en dat hij niet zomaar kon aannemen dat het bezwaar niet nodig was. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is een fatale termijn van openbare orde, wat betekent dat deze niet kan worden gewijzigd. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep van eiser kennelijk ongegrond. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/3125

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

de Belastingdienst / Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 6 juli 2019.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. In het besluit van 6 juli 2019 heeft verweerder het bezwaarschrift van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat is ingediend. Het bezwaarschrift richt zich tegen de voorschotbeschikking kindgebonden budget over het jaar 2018 van 28 december 2018 en de voorschotbeschikking kindgebonden budget over het jaar 2019 van 21 januari 2019. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 23 april 2019.
3. In een zaak die valt onder Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), zoals deze zaak, moet een bezwaarschrift worden ingediend binnen zes weken na de datum waarop dat besluit is genomen of - als het besluit pas later bekend is gemaakt - binnen zes weken na de datum van bekendmaking (artikel 35 van de Awir). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval zijn de besluiten bekendgemaakt op 28 december 2018 en 21 januari 2019. Het bezwaarschrift met betrekking tot 2018 had dus uiterlijk op 8 februari 2019 door verweerder ontvangen moeten zijn en het bezwaarschrift met betrekking tot 2019 op 4 maart 2019. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 23 april 2019. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Eiser geeft aan dat hij het bezwaarschrift te laat heeft ingediend, omdat hij telefonisch contact heeft gehad met de desbetreffende afdeling van verweerder. Eiser was in de veronderstelling dat de kwestie hierdoor was afgehandeld.
5. De rechtbank is van oordeel dat dit geen geldige reden is voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. Het is aan eiser om op tijd een bezwaarschrift in te dienen. In de besluiten van 28 december 2018 en 21 januari 2019 staat de mogelijkheid om bezwaar te maken benoemd. Eiser had er niet zomaar van uit kunnen gaan dat hij geen bezwaarschrift hoefde in te dienen omdat hij telefonisch contact heeft gehad met verweerder. Bij twijfel had eiser dit kunnen navragen bij verweerder. Ook had eiser bij twijfel bezwaar kunnen maken op nader aan te voeren gronden, om de bezwaartermijn veilig te stellen. Dat eiser dit niet gedaan heeft komt voor zijn rekening en risico. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is een fatale termijn van openbare orde. Dat betekent dat die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard als het te laat is ingediend zonder dat daar een geldige reden voor is.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra rechter, in aanwezigheid van O.G.J. Stroek, griffier, op 15 mei 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
- de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen -
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.