ECLI:NL:RBMNE:2020:2482

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 mei 2020
Publicatiedatum
30 juni 2020
Zaaknummer
UTR 19/4517
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten na herziening van besluit door de Belastingdienst

Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoeker en de Belastingdienst / Toeslagen. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker om vergoeding van proceskosten na een herziening van een eerder besluit door de Belastingdienst. Op 17 oktober 2019 had de Belastingdienst een besluit genomen waartegen de verzoeker in beroep ging. Na herziening van het besluit op 10 januari 2020 trok de verzoeker zijn beroep in en vroeg om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank overwoog dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De Belastingdienst had al aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de vergoeding van de proceskosten ter hoogte van één punt. De rechtbank stelde de proceskosten vast op € 525,- en veroordeelde de Belastingdienst tot betaling van dit bedrag aan de verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier O.G.J. Stroek. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4517

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. W. Kort),
en

de Belastingdienst / Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten.

Overwegingen

1. Verweerder heeft op 17 oktober 2019 een besluit genomen. Verzoeker is hiertegen in beroep gegaan. Op 10 januari 2020 heeft verweerder medegedeeld dat hij het besluit van 17 oktober 2019 heeft herzien. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoeker wilde. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft bij brief van 10 januari 2020 al aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben om de proceskosten ter hoogte van één punt van verzoeker te vergoeden.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoeker die verweerder moet betalen vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).
5. Verweerder moet ook het griffierecht aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 525,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van O.G.J. Stroek, griffier op 15 mei 2020
.Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
- de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen -
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.