4.3Het oordeel van de rechtbank
Verweer onrechtmatig verkregen bewijs
Op 1 september 2019 is de woning aan de [adres] in [woonplaats] doorzocht. Volgens de Basisregistratie Personen stond verdachte op dat adres ingeschreven. Bij de doorzoeking werd er niemand in de woning aangetroffen. Een buurman heeft ter plaatse verklaard dat er al maanden geen bewoners meer waren.
Uit het politiesysteem kwam vervolgens naar voren dat medeverdachte [medeverdachte 1] recent onwel was geworden in de woning aan de [adres] te [woonplaats] en dat verdachte op dat adres geregistreerd stond in verband met een verdenking voor heling. Volgens de Basisregistratie Personen staat op dat adres de moeder van verdachte ingeschreven.
De moeder van verdachte heeft de verbalisanten toestemming gegeven de woning te betreden. Zij heeft verklaard dat verdachte en [medeverdachte 1] bij haar verbleven. De verbalisanten hebben daarna in de slaapkamer van verdachte en [medeverdachte 1] zoekend rondgekeken. Zij vonden een weegschaal en lege gevouwen ponypacks. Vervolgens is er telefonisch toestemming voor een doorzoeking afgegeven door de rechter-commissaris.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het binnentreden en het doorzoeken van de woning rechtmatig was. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsvrouw tot bewijsuitsluiting.
Op 1 september 2019 worden verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden door (onder andere) verbalisant [verbalisant 1] die daarover heeft verklaard:
Op 1 september 2019 omstreeks 00:22 uur kreeg ik de melding dat er mogelijk een overdracht van verdovende middelen had plaatsgevonden. Daarbij zou door cameratoezicht een voertuig gezien zijn met kenteken [kenteken] , dat betrokken was bij de overdracht van de verdovende middelen. Ik zag vervolgens dat er een personenauto (Citroën C3) met kenteken [kenteken] over de Voorstraat in Utrecht reed. Ik ben achter het voertuig gaan rijden en heb een stopteken gegeven waaraan het voertuig voldeed. Ik zag vervolgens aan de bestuurderszijde een man zitten. Ik zag aan de passagierszijde een vrouw zitten. Ik zag dat de bestuurder was genaamd: [verdachte] .De passagier was genaamd [medeverdachte 1] .
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard:
Ik heb cocaïne gedeald. Mijn dealertelefoonnummer is [telefoonnummer] . Ik gebruikte de Citroën C3 om mee te dealen. Mijn privételefoonnummer is [telefoonnummer] .
Getuige [getuige] heeft bij de politie het volgende verklaard:
Ik heb vanavond mijn dealer gebeld op telefoonnummer [telefoonnummer] . Wij hadden afgesproken aan de Voorstraat te Utrecht op 1 september 2019. Aldaar ben ik in zijn auto ingestapt. Vervolgens hebben we een klein stukje gereden. Tijdens het rijden heb ik 1 gram cocaïne gekocht voor 50 euro. Ik bel dit nummer nu drie á vier jaar. Ik schat dat ik ongeveer tien keer per jaar bel. Het is steeds dezelfde jongen die nu ook in de auto zat. Meestal zit er nog wel iemand naast, maar dit wisselt wel.Het enige wat ik verder nog kan verklaren is dat ik vanaf nummer [telefoonnummer] eens een WhatsApp ontvangen heb die afsloot met "afz: [medeverdachte 2] , [naam] en [verdachte] ”.
Uit onderzoek aan de laptop van medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt het volgende:
Ik, verbalisant, deed onderzoek in de inbeslaggenomen Macbook van [medeverdachte 1] . In het account van [medeverdachte 1] werd een aantal documenten aangetroffen.
Bureaublad --> Overig --> Babe --> Werkrooster [verdachte] en [medeverdachte 2] .xlsx
De agenda voor [verdachte] en [medeverdachte 2] werd ingevuld van januari 2019 t/m april 2019. Dit document werd aangemaakt op 21 december 2018 en als laatst bewerkt op 31 januari 2019.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in cocaïne gedeald heeft. Verder heeft hij verklaard dat hij verdachte kent en dat een deel van de WhatsAppgesprekken tussen verdachte en hem over dealen gaat.
Uit onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt het volgende:
Bij de aanhouding van [verdachte] op 1 september 2019 werd onder andere een iPhone 8 in beslag genomen. Na uitlezen van deze telefoon bleek het bijhorende nummer van deze telefoon [telefoonnummer] te zijn.
Ik heb in de telefoon de WhatsApp-gesprekken tussen [gebruikersnaam] en [medeverdachte 2] gelezen. Uit eerder onderzoek in de telefoon van [verdachte] was vast komen te staan dat [verdachte] is. De identiteit van [medeverdachte 2] is door het onderzoeksteam vastgesteld. Het bleek te gaan om [medeverdachte 2] .
In de gesprekken wordt onder andere over bedragen gesproken, het overnemen van elkaars dagen en wordt er over personen gesproken die ook in de inbeslaggenomen telefoonlijst voorkomen. [verdachte] is [verdachte] en [medeverdachte 2] is [medeverdachte 2] .
19 september 2018 12:41 uur
[medeverdachte 2] : Bro dat zijn de dagen dat ik les en examen doe. Theorie heb ik op 8 en 9 oktober
[medeverdachte 2] : Stel je voor dat het misschien op mijn dagen zijn
[verdachte] : Ik zal zo ff checken
[medeverdachte 2] : Hou er rekening mee. Dat je effe moet invallen
[verdachte] : (stuurt een screenshot). Dit is rooster voor oktober bro alle dagen van jou rijden heb ik rekening gehouden en mijn operatie valt op 30/10
[medeverdachte 2] ; Dan zitten we alleen met 8 en 9 oktober. Heb dan theorie staan. 5 tot 9 cursus 8 oktober. En 9 tot 14:20. 9 oktober. Het is een ma en een dinsdag. Of je valt die uren in of je pakt ze helemaal.
[verdachte] : Ik pak ze helemaal. 8 en 9. Dan pak jij die 10 oktober. Kan ik ff rusten dagje
[medeverdachte 2] : Is goed bro we komen er wel uit
4 november 2018 15:52
[verdachte] : Hoeveel was loon?
[medeverdachte 2] : 357
[verdachte] : Nee klopt niet. Bereken maar opnieuw. Moet op 367 uitkomen
De ten laste gelegde periode
Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende de periode van ongeveer 1 september 2018 tot en met 1 september 2019 cocaïne heeft gedeald. Gelet op de verklaring van getuige [getuige] , die heeft verklaard dat hij al drie à vier jaar bij verdachte cocaïne koopt, acht de rechtbank de verklaring van verdachte niet aannemelijk. De rechtbank vindt de verklaring van getuige [getuige] voldoende specifiek en ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van die verklaring. De verklaring van getuige [getuige] wordt bovendien ondersteund door andere getuigenverklaringen van afnemers die verdachte herkennen en een periode van minstens 2 jaar noemen. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsvrouw.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij op enig moment van het telefoonnummer van de dealertelefoon van verdachte een WhatsAppbericht heeft ontvangen dat afsloot met “afz: [medeverdachte 2] , [naam] en [verdachte] ”. Daarnaast is op de laptop van medeverdachte [medeverdachte 1] een werkrooster aangetroffen van [verdachte] en [medeverdachte 2] . Bovendien blijkt uit de WhatsAppberichten tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) dat zij overleggen over het werkrooster, het voor elkaar invallen en de hoogte van het loon. Gelet op de context van de gesprekken concludeert de rechtbank dat deze gesprekken over cocaïnehandel gingen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Op 1 september 2019 worden verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden door (onder andere) verbalisant [verbalisant 1] die daarover verklaard:
Ik zag vervolgens dat er een personenauto (Citroën C3) met kenteken [kenteken] over de Voorstraat in Utrecht reed. Ik ben achter het voertuig gaan rijden en heb een stopteken gegeven waaraan het voertuig voldeed. Ik zag vervolgens aan de bestuurderszijde een man zitten. Ik zag aan de passagierszijde een vrouw zitten. Ik zag dat de bestuurder was genaamd: [verdachte] .De passagier was genaamd [medeverdachte 1] .
Uit het relaas blijkt het volgende:
Hieronder volgt een overzicht van de inbeslaggenomen verdovende middelen die gerelateerd konden worden aan de verdachten gedurende dit onderzoek.
Voertuig
Na doorzoeking van de Citroen [kenteken] werd het volgende aangetroffen en in beslag genomen:
- 3 zakken met meerdere ponypacks, aangetroffen onder de armsteun;
- Jas met 2 ponypacks in de rechterborstzakje, jas werd aangetroffen in de kofferbak.
Ophoudruimte
Na de aanhouding werd verdachte [verdachte] ingesloten in een ophoudruimte. Tussen de lamp en het plafond van deze ophoudruimte werd aangetroffen en in beslag genomen:
- 4 ponypacks.
Woning [adres] te [woonplaats]
Bij een doorzoeking in de woning [adres] te [woonplaats] werd het volgende aangetroffen en in beslag genomen:
- Gele tas met gevulde ponypacks, aangetroffen in een kledingkast
- Transparante zak met ponypacks en 2 transparante bakjes met een wit blok, aangetroffen onder een pedaalemmer
- Zwarte tas op een plank met als inhoud: 1 x gripzak met wit poeder, een gripzak met ponypacks, 4x ponypack en een gripzakje met 4 ponypacks en 1x ponypack.
De inbeslaggenomen verdovende middelen zijn conform de richtlijnen getest en gewogen. In totaliteit betrof het 560,25 gram cocaïne.
Uit de NFI-rapportages bleek dat de inbeslaggenomen verdovende middelen cocaïne betroffen.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard:
Alle aangetroffen cocaïne is van mij.
De bewijsmiddelen ter zake het medeplegen met medeverdachte [medeverdachte 1] zijn ten behoeve van de leesbaarheid als bijlage 2 aan dit vonnis gehecht.
Uit de bewijsmiddelen die als bijlage 2 aan dit vonnis zijn gehecht, blijkt dat medeverdachte [medeverdachte 1] zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan het dealen van cocaïne door de administratie bij te houden en gebruikershoeveelheden drugs te verpakken. Zij wist dus van de cocaïnehandel van verdachte en zij hielp hem daarbij. Een handelsvoorraad cocaïne is in onder meer de gezamenlijke slaapkamer van verdachte en [medeverdachte 1] aangetroffen en in de auto van verdachte. Kort voordat de cocaïne in de auto werd aangetroffen, heeft verdachte cocaïne verkocht aan twee afnemers, terwijl [medeverdachte 1] ook in die auto zat.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] ten aanzien van het aanwezig hebben van de cocaïne. Aldus kan het medeplegen van het aanwezig hebben van cocaïne bewezen worden verklaard.
Partiele vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat ten aanzien van het ten laste gelegde onder 3 en 4 sprake is geweest van medeplegen. Verdachte zal dus worden vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Uit het relaas blijkt het volgende:
Hieronder volgt een overzicht van de inbeslaggenomen verdovende middelen die gerelateerd konden worden aan de verdachten gedurende dit onderzoek.
Woning [adres] te [woonplaats]
Bij een doorzoeking in de woning [adres] te [woonplaats] werd het volgende aangetroffen en in beslag genomen:
- Zakje en doosje met gedroogde henneptoppen, aangetroffen achter een deur van een kastje
- Zakje met hennep, aangetroffen in een tweede kastje
- 3 gesealde foliezakken met hennep. Aangetroffen in een Albert Heijn tas
- Zwarte tas op een plank met als inhoud: 1 zakje hennep, 8x zakje met hasj,
- Gripzakjes met hennep, aangetroffen in een rugtas
- Wit bakje met zakjes hennep
In het proces-verbaal van bevindingen over de aangetroffen hennep en hasj heeft verbalisant [verbalisant 2] het volgende verklaard:
Ik heb alle genoemde producten gewogen op een geijkte weegschaal. Tevens heb ik alle
genoemde zaken uit de verpakkingen gehaald en derhalve netto gewogen.
Het totale gewicht bedraagt:
HENNEP : 898,20 gram.
HASH : 26,60 gram.
TOTAAL : 924,80 gram SOFTDRUGS.
Ik rook, dat alle genoemde producten de mij ambtshalve bekende geur hadden, van
Cannabis. Ik nam van alle genoemde producten een representatief monster en testte
deze aan het politiebureau aan de [adres] te [woonplaats] .
Ik zag, dat tijdens het testen een duidelijke rode kleur optrad. Deze reactie gaf een
positieve indicatie op de aanwezigheid van THC, zijnde de werkzame stof in Cannabis
.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 juni 2020:
Alle aangetroffen hennep en hasj is van mij.