ECLI:NL:RBMNE:2020:2548

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
UTR 19/4335
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht en ontbreken besluit

Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiseres beroep had ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres had het griffierecht van € 47,- niet betaald en het beroepschrift voldeed niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. De rechtbank heeft eiseres op 20 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar deze brief werd als onbestelbaar geretourneerd. Een tweede poging om de brief op 23 maart 2020 per gewone post te versturen, leidde ook niet tot betaling van het griffierecht.

Daarnaast was eiseres verplicht om een kopie van het besluit waar zij het niet mee eens was in te dienen, zoals voorgeschreven in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank had eiseres op 10 december 2019 een brief gestuurd met het verzoek om deze kopie binnen vier weken op te sturen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd.

Gezien het niet betalen van het griffierecht en het ontbreken van de benodigde documenten, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van N.J.R. Kalaykhan, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/4335

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 mei 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft tegen een onbekend besluit beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald en het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 47,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 20 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. De rechtbank heeft de brief op 23 maart 2020 per gewone post nog een keer aan eiseres gestuurd.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Iemand die in beroep gaat moet ook een kopie van het besluit indienen waar zij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
7. De rechtbank heeft eiseres op 10 december 2019 een brief gestuurd, waarin staat dat eiseres binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar zij het niet mee eens is.
8. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief.
9. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
10. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van N.J.R. Kalaykhan, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 20 mei 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
- de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen -
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.