4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte en het onderzoek van de historische gegevens van die telefoon, alsmede de verklaring van verdachte ter terechtzitting volgt dat:
- op 5 juli 2019 er vanaf nummer .. [telefoonnummer] door “ [bijnaam] ” een bericht is verzonden naar de telefoon van verdachte met de inhoud “ [naam] ”. In de nacht van 12 juli 2019 is op de Olympus in Utrecht een vrachtwagen aangetroffen die direct gelinkt kan worden aan de gepleegde ramkraak. Van de gebruiker van de telefoon met nummer .. [telefoonnummer] en de persoon onder de naam “ [bijnaam] ” is geen nadere informatie bekend;
- op 8 juli 2019 verdachte aan ene “ [naam] ” bericht op zoek te zijn naar een cilindertrekker voor een auto. Op 9 juli 2019 wordt er een afspraak gemaakt om de cilindertrekker op te halen in Amsterdam. Op 10 juli 2019 vraagt verdachte of [naam] een sleutel kan laten maken en of [naam] een chip mee kan nemen. [naam] geeft aan dat ook de code doorgestuurd kan worden, zodat hij het al kan maken;
- de eigenaar van de Audi, die later is gebruikt bij de ramkraak, heeft deze auto op 8 juli 2019 geparkeerd had in de wijk Overvecht in Utrecht. Op 10 juli 2019 zag zijn vrouw dat er aan het slot van de auto was gerommeld. Op 11 juli 2019 zag zijn vrouw dat het cilinderslot uit het portier was getrokken en naast de auto lag. De auto is vervolgens tussen 11 juli 2019 te 22.00 uur en 12 juli 2019 te 05.00 uur gestolen. Na de ramkraak werd in de Audi een sleutel in het contact aangetroffen, terwijl de aangever nog in het bezit was van beide originele sleutels;
- de telefoon van verdachte straalde in de periode van 9 juli 2019 tot en met 11 juli 2019 telefoonmasten aan in de omgeving van de plaats waar de Audi geparkeerd stond en later weggenomen is.
De rechtbank overweegt dat met de telefoon van verdachte een aantal gesprekken zijn gevoerd, die betrekking hebben op het verkrijgen van een cilindertrekker en een valse sleutel voor auto. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij inderdaad deze gesprekken heeft gevoerd en op zoek was naar een cilindertrekker. Volgens verdachte was hij hiernaar op zoek voor de auto van een vriend. Een cilindertrekker aanschaffen op deze manier is volgens verdachte goedkoper dan de auto naar de garage brengen ter reparatie.
Het aanschaffen van een cilindertrekker op de zwarte markt zou mogelijk als doeleinde een autodiefstal kunnen hebben. Wettig en overtuigend bewijs hiervoor ontbreekt in het onderhavige dossier. Voorts is de rechtbank van oordeel dat áls dat al zou kunnen worden vastgesteld, níét kan worden vastgesteld op welke auto de voornoemde gesprekken betrekking hadden. De omstandigheden dat de telefoon van verdachte in de periode van 9 juli 2019 tot en met 11 juli 2019 telefoonmasten aanstraalde in de omgeving van de plaats waar de Audi stond is onvoldoende om vast te stellen dat verdachte betrokken was bij de diefstal van juist deze Audi.
Ook het bericht van 5 juli 2019 levert onvoldoende grond op voor het oordeel dat verdachte op enigerlei wijze bij de ramkraak is betrokken, noch het feit dat verdachte kort na de ramkraak in de onmiddellijke omgeving van de plaats delict is aangetroffen. Verdachte heeft daarvoor een verklaring gegeven die niet zo onaannemelijk is dat deze zonder meer terzijde kan worden geschoven.
Voorts zijn uit het onderzoek geen aanwijzingen naar voren gekomen waaruit volgt dat via de telefoon van verdachte op enig moment contact is geweest met één of meerdere telefoon(s) in gebruik bij de na de ramkraak aangehouden medeverdachten of dat verdachte en deze medeverdachten elkaar kenden.
De rechtbank acht gelet op het vorenstaande niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 11 tot en met 12 juli 2019 de auto van [aangever] , een Audi met het kenteken [kenteken] , heeft gestolen en dus die Audi ter beschikking heeft gesteld aan de medeverdachten die daarmee op 12 juli 2019 een ramkraak hebben gepleegd.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.