ECLI:NL:RBMNE:2020:3106
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken van benodigde documenten
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 17 juli 2020, wordt het beroep van Tolweg Baarn B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn behandeld. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Dit griffierecht bedraagt € 354,- en is een vereiste voor het indienen van een beroep volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiseres op 20 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen machtiging, uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en een kopie van de statuten heeft ingediend, ondanks een eerdere aanmaning op 10 maart 2020. Ook om deze reden is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen.