Uitspraak
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiseres sub 1] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiseres sub 2] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,eiseressen van de vordering,verweersters op de tegenvorderingen,hierna samen te noemen: [eiseres sub 1] c.s.,advocaten mrs. M. van Zijtveld en K.L. Klokke,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[verweerster sub 1] B.V.,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[verweerster sub 2] B.V.,beiden gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,verweersters op de vordering,eiseressen van de tegenvordering,hierna samen te noemen: [A] c.s.,advocaat mr. J.R. Hurenkamp.
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
in aanmerking nemend dat:
in de aandelenverhouding 60% voor [verweerster sub 2] , 20% voor [voornaam van A] en 20% voor [voornaam van D] . [verweerster sub 2] zal in de aandeelhoudersvergadering de uiteindelijke beslissende stem hebben.
automotive center, een verzamelgebouw voor diverse autogerelateerde diensten, te vestigen. Daar hebben zij al vanaf augustus 2014, dus voor het sluiten van de LOI, gesprekken over gevoerd. Volgens het plan van partijen zou dit de naam
[onderneming 2](hierna: [onderneming 2] ) gaan dragen. Een belangrijk onderdeel van het [onderneming 2] was een nieuwe wasstraat. Er is een aantal huurders aangezocht, waaronder [onderneming 3] voor een nieuwe wasstraat. [onderneming 3] bleek uiteindelijk niet bereid om deel te nemen. Ook is er gesproken met [onderneming 4] (hierna: [onderneming 4] ) over een huurovereenkomst, maar [onderneming 4] wilde uiteindelijk niet huren omdat zij in het [onderneming 2] geen ‘A-locatie’ aan de hoofdweg zou krijgen.
€ 30.250, met rente en kosten. Daarnaast vordert [A] c.s., ook primair, terugbetaling van het bedrag van een factuur van [onderneming 6] van € 6.240,58, met rente en kosten. [A] c.s. vordert subsidiair een verklaring voor recht dat [A] c.s. in verband met de opzegging geen vergoeding of kosten onder de LOI verschuldigd is aan [eiseres sub 1] c.s.
3.De beoordeling
De vordering van [eiseres sub 1] c.s.
€ 100.000,00 verschuldigd als [A] c.s. “
bij beëindiging van de samenwerking de plannen van [voornaam van A] en [voornaam van D][i.e. [eiseres sub 1] c.s.]
verder vormgeeft”. De uitleg van deze bepaling hangt af van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen, en op wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de heer [C] namens [eiseres sub 1] c.s. penvoerder was. Partijen hebben verder niets gesteld over hoe artikel 15 van de LOI tot stand is gekomen en wat in dat verband is besproken, behalve dat [A] c.s. wilde dat deze bepaling wederkerig zou zijn. Voor de vraag wat ‘het verder vormgeven van de plannen van [voornaam van A] en [voornaam van D] [i.e. [eiseres sub 1] c.s.]’ betekent, is daarom van groot belang hoe [A] c.s. deze zinssnede, die door de heer [C] namens [eiseres sub 1] c.s. is geformuleerd, in redelijkheid heeft mogen en moeten begrijpen. Dat bepaalt waar [eiseres sub 1] c.s. op haar beurt vanuit heeft mogen gaan. Voor zover de betekenis die de heer [C] aan deze bepaling
had willen geveneen andere is, komt dat voor risico van [eiseres sub 1] c.s.
€ 100.000 wordt ‘beschermd’, is verstrekkend. Dat dat de betekenis is die partijen aan artikel 15 van de LOI hebben willen geven, is niet gebleken, en [A] c.s. hoefde die betekenis ook niet in artikel 15 van de LOI te lezen. Het verder
vormgevenvan
deplannen veronderstelt dat [A] c.s. verdere uitvoering of invulling geeft aan een groter plan dat [eiseres sub 1] c.s. kenbaar voor ogen had. Het ligt voor de hand dat, zoals [A] c.s. heeft gesteld, de ‘plannen’ zagen op het ontwikkelen van een concept als het [onderneming 2] . Dat vindt steun in het feit dat [eiseres sub 1] c.s. in contact is gekomen met [A] c.s. doordat [eiseres sub 1] c.s. van plan was om in de nabije omgeving van het pand van [A] c.s. een nieuwe autowasstraat te realiseren. Een nieuwe autowasstraat was ook het centrale element in het plan voor het [onderneming 2] . [eiseres sub 1] c.s. heeft ook productie 4 overgelegd, een brochure waarin het concept voor het [onderneming 2] is uitgewerkt. Tot slot bevatten de LOI en de stellingen van partijen sterke aanwijzingen dat het de bedoeling van partijen was om via de [onderneming 1] van de realisatie van het [onderneming 2] , of een vergelijkbaar concept, te gaan profiteren. De conclusie is dat artikel 15 van de LOI de strekking heeft dat [A] c.s. het concept voor een [onderneming 2] , of een vergelijkbaar concept, niet mocht ‘toe-eigenen’ door daar zonder [eiseres sub 1] c.s. verder invulling of uitvoering aan te geven.
De tegenvorderingen van [A] c.s.
We zijn akkoord met je offerte, de factuur hebben wij het liefst op [onderneming 2] bv io, dat traject loopt momenteel echter in de tussentijd zal [A] indien nodig zorgdragen voor betaling van jouw werkzaamheden. Dan graag tenaamstellen op [onderneming 9]”.
commerciële kosten” in de zin van artikel 14 van de LOI, zoals [A] c.s. stelt, dan hoeft [eiseres sub 1] c.s. dit bedrag op grond van wat hiervoor in 3.10 tot en met 3.12 is overwogen niet terug te betalen. Deze vordering van [A] c.s. zal worden afgewezen.
De proceskosten
3.414,00(2 punten × tarief € 1.707,00)