ECLI:NL:RBMNE:2020:3431

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 juli 2020
Publicatiedatum
24 augustus 2020
Zaaknummer
C/16/506184 / FA RK 20-4272
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2020 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1994, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. De betrokkene heeft een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, die leidt tot ernstig nadeel en risico's voor de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, ondanks een alcoholverbod opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, meer ruimte wil om af en toe alcohol te drinken. De psychiater heeft echter aangegeven dat het alcoholverbod noodzakelijk is om terugval in middelengebruik te voorkomen, gezien de kwetsbaarheid van de betrokkene.

De rechtbank heeft de verzoeken om verplichte zorg beoordeeld en besloten dat de betrokkene zorg nodig heeft om zijn geestelijke en fysieke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen ambulante en klinische zorg. De rechtbank heeft benadrukt dat de ambulante zorg eerst moet worden toegepast, en dat de overige vormen van zorg pas kunnen worden ingezet als de ambulante zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 31 januari 2021.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.A.A.T. Engbers en is schriftelijk uitgewerkt op 4 augustus 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/506184 / FA RK 20-4272
Betrokkene nummer: [betrokkene nummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 31 juli 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. W.J. de Vries-Mulder.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 22 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 30 juni 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer directeur.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 31 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
- de betrokkene,
- mr. W.J. de Vries-Mulder, de advocaat van de betrokkene,
- mevrouw [A] , psychiater.
De betrokkene, de advocaat en de psychiater bevonden zich allen in afzonderlijke ruimtes.
De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en aan de officier van justitie, de advocaat van de betrokkene en aan de zorgaanbieder een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan de betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Toelichting: Toediening indien medisch noodzakelijk tijdens opname op een afdeling
waarbij dit medisch verantwoord mogelijk is. Er kan een noodsituatie optreden waarbij
noodmedicatie noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. Tijdens opname, zo kort
mogelijk. Inname van orale medicatie en bij weigering hiervan depotmedicatie middels
injectie.
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
Toelichting: Tijdens opname, zo kort mogelijk. Bij opname kunnen de vrijheden beperkt worden als dit noodzakelijk is om gevaar buiten de afdeling af te wenden. Bijvoorbeeld door plaatsing op een gesloten afdeling.
c. insluiten;
Toelichting: Tijdens opname, zo kort mogelijk. Als bij opname het noodzakelijk is om gevaar af te wenden kan patiënt ingesloten worden in een daarvoor geschikte ruimte zoals een separeer.
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
Toelichting: Wanneer betrokkene bij een eventueel noodzakelijke geachte opname ook ingesloten zou moeten worden, dient ook toezicht plaats te vinden, bijvoorbeeld met behulp van camera’s.
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
Toelichting: Tijdens opname, zo kort mogelijk. Onderzoek op contrabande tijdens opname om gevaar op de afdeling voor patiënt en anderen te voorkomen. Betrokkene is bekend met middelenmisbruik.
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
Toelichting: Tijdens opname, zo kort mogelijk. Onderzoek op contrabande tijdens opname
om gevaar op de afdeling voor patiënt en anderen te voorkomen. Betrokkene is bekend met
middelenmisbruik.
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
Toelichting: Drugs- en/of alcoholgebruik werkt ontregelend en is daarmee een risicofactor op recidief psychose en daarmee toename risico op gevaar vanuit die psychose. Betrokkene is bekend met middelenmisbruik.
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Toelichting: Ambulant: medewerking verlenen aan afspraken met zorgverleners, op
afspraken verschijnen en de deur openen wanneer zij (op afspraak) langskomen. Klinisch:
het nakomen van de afspraken met het behandelteam tijdens het klinisch verblijf. Wanneer
sprake is van insluiting geldt tevens een telefoonbeperking.
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
Toelichting: Tijdens opname: zo kort mogelijk. Bij opname als bezoek ontregelend werkt voor patiënt of de afdeling en of wanneer sprake is van insluiting geldt een afwijkende bezoekregeling.
j. opnemen in een accommodatie.
Toelichting: Als ambulante zorg niet meer toereikend is om het psychiatrisch of somatisch toestandsbeeld te behandelen (bijvoorbeeld door weigering orale medicatie) en daarmee nadeel af te wenden kan patiënt opgenomen worden in een dan passende afdeling, eventueel een gesloten afdeling.
De officier van justitie verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg als genoemd onder a., g. en h. ook ambulant wordt toegepast; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast.
2.2.
De betrokkene verklaart dat hij het eens is met het verzoek. Wel geeft hij aan dat hij – ondanks een alcoholverbod – meer ruimte wil hebben om af en toe, na het werk, alcohol te drinken. Volgens hem werkt het gebruik van alcohol bij hem niet ontregelend.
2.3.
De psychiater verklaart dat het alcoholverbod door de rechtbank als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf is opgelegd. De betrokkene loopt nog in een proeftijd tot januari 2023. Recentelijk is de betrokkene teruggevallen in alcoholgebruik, waardoor hij tijdelijk werd overgeplaatst naar een PI. Doordat de betrokkene kwetsbaar blijft om terug te vallen in gebruik is een zorgmachtiging aangevraagd om een vangnet te bieden.
2.4.
De advocaat van de betrokkene refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Voor wat betreft het alcoholgebruik geeft zij aan dat de betrokkene zich heeft te houden aan de voorwaarden die gelden bij reclasseringstoezicht en de opgelegde proeftijd.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.6.
Deze stoornis leidt bij de betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft de betrokkene zorg nodig.
2.7.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.
De betrokkene heeft meerdere veroordelingen in de afgelopen jaren. Toen was hij nog niet of niet vrijwillig in zorg, waarbij hij in periodes als psychotisch en/of onder invloed van middelen geobserveerd is. Daarnaast is hij ook dakloos geweest. Als hem geen structuur geboden wordt door anderen valt de betrokkene makkelijker terug in middelengebruik. Hij heeft begeleiding nodig bij het vinden en volhouden van formele dagbesteding buitenshuis en bij zijn financiën.
Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat de betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.8.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.9.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen a., g. en h. eerst moeten worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de overige verzochte vormen van verplichte zorg worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast.
Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.10.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.11.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.12.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende
middelen en gevaarlijke voorwerpen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie,
en
bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder a., g. en h.;
bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 31 januari 2021.
Deze beschikking is op 31 juli 2020 mondeling gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van D.B.T. Koster als griffier, en is schriftelijk uitgewerkt op 4 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.