Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Zonnepark Maatweg B.V.,te Amersfoort (vergunninghouder).
Rechtbank Midden-Nederland
Op 3 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, met zaaknummer UTR 19/5389. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder om af te wijken van het geldende bestemmingsplan Maatweg voor de bouw van een zonnepark. Dit besluit was gepubliceerd in de Staatscourant op 9 oktober 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ontwerpbesluit gedurende zes weken ter inzage was gelegd, maar dat eiser geen zienswijze had ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende geen beroep instellen als hij redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht.
De rechtbank heeft eiser op 4 juni 2020 een brief gestuurd waarin hij werd verzocht aan te tonen dat hij redelijkerwijs geen zienswijze kon indienen. Eiser heeft hierop niet gereageerd, ondanks een rappel op 3 juli 2020. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het niet inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.