ECLI:NL:RBMNE:2020:3660
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 6 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. Eiser had beroep aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 30 januari 2020. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet op tijd had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiser op 3 april 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het bedrag niet op tijd was ontvangen en eiser geen geldige reden had gegeven voor de late betaling, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.