ECLI:NL:RBMNE:2020:3693

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 augustus 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
C/16/507058 / FA RK 20-4582
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf zonder geografische beperking

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 augustus 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoek betreft een betrokkene, geboren in 2002, die momenteel verblijft in een instelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene een verstandelijke beperking heeft en dat er ernstige risico's zijn voor haar veiligheid en ontwikkeling. De mondelinge behandeling vond plaats via Skype en telefonisch, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene en haar advocaat, zijn gehoord. De advocaat heeft primair verzocht om afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn en heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 20 februari 2021. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.A.A.T. Engbers en is op 27 augustus 2020 schriftelijk ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/507058 / FA RK 20-4582
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 20 augustus 2020naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [naam instelling] [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.T.W. van Dijk.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 augustus 2020.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit van 7 juli 2020;
- de aanvraag van 15 juli 2020;
- de medische verklaring van 3 juli 2020, opgesteld en ondertekend door de heer [A] , psychiater, en voor akkoord getekend door de heer
[B] , geneesheer-directeur.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling via Skype en telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak via Skype en telefonisch gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [C] , de vader van betrokkene;
  • mevrouw [D] , (vervangend) behandelaar [naam instelling] ;
  • de heer [B] , geneesheer-directeur [naam instelling] ;
  • mevrouw [E] , voogd van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting & Jeugdreclassering.
Betrokkene is telefonisch gehoord omdat zij niet in de accommodatie aanwezig was. De overige gehoorde personen bevonden zich in afzonderlijke ruimtes en zijn via Skype gehoord.
1.3.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan. De kennisgeving mondelinge uitspraak is per mail aan de advocaat van betrokkene en aan de geneesheer-directeur toegestuurd.

2.De standpunten en de beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft verklaard dat zij graag haar best wil doen en dat zij openstaat voor behandeling. Maar deze behandeling wil zij graag op een andere verblijfsplek krijgen.
2.2.
De advocaat heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Een pijnpunt voor betrokkene is haar verblijfplek. Betrokkene voelt zich onveilig bij [naam locatie] . Als betrokkene in de omgeving van Rotterdam en Den Haag verblijft dan is zij bereid om mee te werken aan behandeling. Subsidiair heeft de advocaat verzocht de rechterlijke machtiging voor een korte duur te verlenen. Tijdens deze periode kan er worden gezocht naar een geschikte plek voor betrokkene in de omgeving van Rotterdam of Den Haag.
2.3.
Namens [naam instelling] is verklaard dat een rechterlijke machtiging noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat betrokkene niet weg kan lopen en zij teruggehaald kan worden als zij toch is weggelopen. De afgelopen periode is betrokkene veel weggeweest. Eenmaal terug op de afdeling vertelt betrokkene over drugs en seksuele contacten tijdens de wegloopperiode. Betrokkene ziet het gevaar hiervan niet in.
2.4.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene een verstandelijke beperking heeft.
2.5.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de bedreiging van de veiligheid van betrokkene of een ander, de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.6.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat een voortzetting van het verblijf van betrokkene noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen/ af te kunnen wenden. Binnen de accommodatie kan de benodigde begrenzing worden geboden die betrokkene nodig heeft.
2.7.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.8.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Dit blijkt uit het feit dat het betrokkene zich tot op heden diverse keren heeft onttrokken aan zorg en begeleiding en zij zich niet aan vrijwillige afspraken heeft gehouden.
2.9.
Gebleken is dat betrokkene zich verzet tegen de opname en het verblijf.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. Omdat de rechterlijke machtiging in Nederland geen geografische beperking heeft ziet de rechtbank geen aanleiding om de rechterlijke machtiging in duur te beperken, in afwachting van een mogelijke andere verblijfsplek. De rechtbank zal de machtiging dan ook verlenen voor de gevraagde duur van zes maanden, en deze geldt tot en met 20 februari 2021.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[betrokkene]
,geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 februari 2021.
Deze beschikking is op 20 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van D. Hendriks als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 27 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.