ECLI:NL:RBMNE:2020:371

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
C/16/482293 / HA RK 19-167
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S.H. Bokx - Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging van gemachtigde niet toereikend voor vertegenwoordiging in procedure inzake medisch dossier

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 februari 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij verzoekster, bijgestaan door drs. Th.A. Vermolen MA, een verzoek heeft ingediend om inzage in haar medisch dossier. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de machtiging die door Vermolen was overgelegd niet toereikend was om namens verzoekster op te treden. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek.

De procedure begon met een beschikking van 20 november 2019 en een wrakingsverzoek van Vermolen dat niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden, maar heeft later toch een zitting gepland om verzoekster in persoon te horen. Tijdens deze zitting bleek dat de mentor van verzoekster, ZEKER Financiële Zorgverlening B.V., had aangegeven dat Vermolen tegen de wil van verzoekster handelde en dat alle vermeende machtigingen waren ingetrokken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Vermolen geen geldige machtiging kon overleggen en dat het verzoek tot inzage in het medisch dossier van verzoekster niet in overeenstemming was met haar wensen. De rechtbank heeft daarom het verzoek afgewezen, waarbij de belangen van verzoekster en de rol van de mentor centraal stonden. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S.H. Bokx - Boom.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/16/482293 / HA RK 19-167
Beschikking van 12 februari 2020
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
bijgestaan door drs. Th.A. Vermolen MA te Tilburg,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
advocaat mr. S. Dik (DAS).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van 20 november 2019,
  • de beslissing van de wrakingskamer van 11 december 2019,
  • de brief met bijlagen van 6 december 2019 van mw. [A] , werkzaam bij ZEKER Financiële Zorgverlening B.V. te Almere, de mentor van [verzoekster] ,
  • de brief met bijlagen van 26 december 2019, ontvangen op 6 januari 2020 en nogmaals op 14 januari 2020 met extra toegevoegde bijlagen, van Vermolen,
  • de brief van 9 januari 2020 van mr. S. Dik.
1.2.
De rechtbank heeft, gelet op het volgende, afgezien van een mondelinge behandeling om [verzoekster] in haar (woon)verblijf, in persoon, te horen op het onderhavige verzoek.

2.De beoordeling

2.1.
Nadat de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bepaald om [verzoekster] , in persoon, te horen, omdat de door Vermolen overgelegde machtiging niet toereikend was, heeft Vermolen een wrakingsverzoek ingediend. De wrakingskamer heeft Vermolen niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, omdat niet is gebleken dat Vermolen het verzoek namens [verzoekster] heeft ingediend en hij zelf niet als partij in de onderhavige procedure kan worden aangemerkt.
2.2.
Gebleken is dat bij beschikking van deze rechtbank van 29 oktober 2019 (zaaknummer 8061569 UT VERZ 19-14392) een mentorschap ten behoeve van [verzoekster] is ingesteld, waarbij ZEKER Financiële Zorgverlening B.V. te Almere tot mentor is benoemd. De mentor heeft een brief van 4 december 2019, gericht aan Vermolen, overgelegd. Hierin heeft zij Vermolen meegedeeld dat hij, tegen de wil van [verzoekster] , tuchtrechtelijke en civiel rechtelijke procedures tegen [verweerster] voert in verband met het opvragen van het medische dossier van [verzoekster] en dat alle vermeende machtigingen worden ingetrokken. In deze brief meldt zij verder dat [verzoekster] met ingang van 5 april 2016 ook onder bewind staat.
2.3.
Partijen hebben beide gereageerd op de brief van de mentor.
2.4.
De rechtbank stelt vast dat Vermolen tot op heden geen toereikende (proces)machtiging heeft overgelegd, waaruit blijkt dat hij in deze procedure namens [verzoekster] het woord mag voeren. Bovendien heeft de door de rechtbank benoemde mentor van [verzoekster] informatie verstrekt, waaruit valt op te maken dat het niet de wil van [verzoekster] is om deze procedure tegen [verweerster] te voeren. Het verzoek tot inzage in of afschrift van haar medische dossier van [verzoekster] zal daarom worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Bokx - Boom en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2020. [1]

Voetnoten

1.type: NK/4999