In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 februari 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij verzoekster, bijgestaan door drs. Th.A. Vermolen MA, een verzoek heeft ingediend om inzage in haar medisch dossier. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de machtiging die door Vermolen was overgelegd niet toereikend was om namens verzoekster op te treden. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek.
De procedure begon met een beschikking van 20 november 2019 en een wrakingsverzoek van Vermolen dat niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden, maar heeft later toch een zitting gepland om verzoekster in persoon te horen. Tijdens deze zitting bleek dat de mentor van verzoekster, ZEKER Financiële Zorgverlening B.V., had aangegeven dat Vermolen tegen de wil van verzoekster handelde en dat alle vermeende machtigingen waren ingetrokken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Vermolen geen geldige machtiging kon overleggen en dat het verzoek tot inzage in het medisch dossier van verzoekster niet in overeenstemming was met haar wensen. De rechtbank heeft daarom het verzoek afgewezen, waarbij de belangen van verzoekster en de rol van de mentor centraal stonden. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S.H. Bokx - Boom.