Uitspraak
1.Procesverloop
- betrokkene, bijgestaan door mr. C. Lamphen;
- mevrouw [A] , casemanager;
- de heer [B] , woonbegeleider.
2.De standpunten en de beoordeling
h, niet nodig is. Betrokkene vindt zelf dat hij voldoende meewerkt aan ambulante hulpverlening; hij laat thuiszorg en woonbegeleiding toe en hij neemt zijn depotmedicatie. Meer subsidiair heeft de advocaat verzocht in de beschikking op te nemen dat betrokkene pas kan worden opgenomen als het ernstig nadeel niet meer met ambulante zorg kan worden weggenomen en betrokkene daarover te horen.
jaf te wijzen dan wel te bepalen dat deze zorgvorm alleen kan worden toegepast als ambulante hulpverlening het ernstige nadeel niet meer kan wegnemen. Uit de overlegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt namelijk dat de psychische en lichamelijke toestandsbeeld van betrokkene dermate ernstig is dat een gedwongen opname van betrokkene in een accommodatie noodzakelijk is. Gelet op vorenstaande verleent de rechtbank een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op