Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het in deze zaak om?
3.Wat vindt de kantonrechter hiervan?
480,00(2 punten x tarief € 240,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiseres] B.V., en een gedaagde, aangeduid als [gedaagde]. De procedure betreft een vordering tot betaling van een factuur van € 3.419,40, die voortvloeit uit een factoringovereenkomst tussen partijen. De gedaagde heeft de vordering inhoudelijk betwist, wat heeft geleid tot een discussie over de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst. De gedaagde is niet verschenen op de Skype-zitting, wat voor zijn rekening komt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres het incassorisico alleen overneemt voor onbetwiste vorderingen en dat de gedaagde verplicht is om mee te werken aan de terugverkoop van de vorderingen indien deze betwist worden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij niets aan de eiseres verschuldigd is en heeft de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten.