ECLI:NL:RBMNE:2020:3835

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 augustus 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
C/16/507319 / FA RK 20-4673
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis en middelenafhankelijkheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 augustus 2020 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1983 in Marokko, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie en middelenafhankelijkheid. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De advocaat van de betrokkene pleitte primair voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de behandeling vrijwillig kan voortzetten zonder verplichte zorg. Subsidiair werd afwijzing van opname in een accommodatie bepleit, omdat een opname niet voorzienbaar zou zijn.

De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 28 augustus 2020 gehouden, waarbij de betrokkene niet aanwezig was, maar wel op de hoogte was van de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, zoals verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan de zorg. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, met de nadruk op ambulante zorg, en heeft bepaald dat de machtiging geldt tot en met 28 februari 2021.

De rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken en dat de verzochte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter V.M.M. van Amstel en is schriftelijk uitgewerkt op 9 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/507319 / FA RK 20-4673
Betrokkene nummer: [betrokkene nummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 28 augustus 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1983, te [geboorteplaats] (Marokko)
wonende en verblijvende te [adres] , [postcode] , [woon-/verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. N.J. Hos.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 7 augustus 2020;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2020, in het gebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- mevrouw [A] , casemanager,
- mr. N. Hos, de advocaat.
1.4.
Betrokkene is niet op de zitting verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat
betrokkene behoorlijk is opgeroepen en gelet op de verklaring van de advocaat op de hoogte
is van de zitting. De rechtbank concludeert hieruit dat betrokkene afziet van het recht te
worden gehoord.
1.5.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.6.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en spoedig daarna aan de advocaat van betrokkene, de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en de officier van justitie een kennisgeving mondelinge uitspraak per beveiligde email verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
toelichting: medicatie (antipsychotica) zijn noodzakelijk om psychotische ontregeling te voorkomen en zo nodig indien dit toch bestaat te behandelen;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
toelichting: indien psychotische ontregeling aan de orde is en ernstige nadelen ontstaan/ oplopen kan opname nodig zijn met daarmee beperking van de bewegingsvrijheid, met als doel het toestandsbeeld te behandelen en ernstige nadelen te verminderen/ weg te nemen. Bij opname in accommodatie voor de maximale duur van 4 weken;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
toelichting: gezien de cannabis afhankelijk kan het noodzakelijk zijn dat er tijdens een opname wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
toelichting: gezien de cannabis afhankelijk kan het noodzakelijk zijn dat er tijdens een opname wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
toelichting: gezien de cannabis afhankelijk kan het noodzakelijk zijn dat er tijdens een opname wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
toelichting: gebruik medicatie volgens voorschrift, nakomen afspraken met zorgverantwoordelijke;
j. opnemen in een accommodatie;
toelichting: indien psychotische ontregeling aan de orde is en ernstige nadelen ontstaan/ oplopen kan opname nodig zijn met als doel het toestandsbeeld te behandelen en ernstige nadelen te verminderen/ weg te nemen. Maximale duur vier weken.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. De rechtbank leidt uit het verzoek af dat de vormen van verplichte zorg onder
aen
hook bedoeld zijn om ambulant toe te passen; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Betrokkene is van mening dat de behandeling voortgezet kan worden in het vrijwillige kader. Betrokkene heeft af en toe problemen met de bemoeienis van [naam instelling] maar hij neemt zijn medicatie altijd zonder problemen in en komt zijn afspraken na. Hij is goed te begeleiden en er is geen sprake van verzet. De zorgmachtiging dient derhalve te worden afgewezen. Subsidiair bepleit de advocaat afwijzing van opname in een accommodatie. De laatste opname is twee jaar geleden. Een opname in de komende zes maanden is niet voorzienbaar. Mocht een opname toch nodig zijn dan kan een uitbreiding van de zorgmachtiging worden verzocht.
2.3.
De vertegenwoordiger van de zorgaanbieder heeft verklaard dat betrokkene ambulant behandeld wordt. Hij krijgt orale medicatie die hij onder toezicht van de zorgverlening inneemt. Toediening van de medicatie onder dwang is in het ambulante kader niet aan de orde. Verder heeft de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verklaard dat betrokkene verslavingsgevoelig is. Bij een opname wordt de woon- en verblijfsruimte gecontroleerd op gedrag-beïnvloedende middelen. Dit gebeurt niet in de thuissituatie.
Ten aanzien van de vrijwilligheid van betrokkene stelt de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder dat betrokkene zich zonder zorgmachtiging zal onttrekken aan de behandeling. Betrokkene heeft een aversie tegen de medicatie. De mogelijkheid bestaat dat hij op een bepaald moment zijn medicatie niet meer komt ophalen waardoor hij psychotisch wordt met ernstig nadeel tot gevolg. In het uiterste geval kan een opname noodzakelijk zijn.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en middelen afhankelijkheid. Daarnaast is betrokkene bekend met een verstandelijke beperking.
2.5.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.
Er is bij betrokkene sprake van ontbrekend ziektebesef. Hij vindt behandeling en medicatie niet nodig. Het liefst zou hij de medicatie staken of afbouwen. Bij het overslaan van medicatiegiften kan er sprake zijn van terugval en psychotische symptomen. Betrokkene wordt dan achterdochtig, gaat zich meer terugtrekken en kan zich tevens agressief uiten. De geuite vrijwilligheid van betrokkene acht de rechtbank onvoldoende consistent.
Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.8.
De advocaat bepleit afwijzing van opname in een accommodatie omdat een opname niet voorzienbaar is. Hoewel betrokkene op het moment meewerkt aan de behandeling is het beeld wisselend. Deze wisselende houding in combinatie met de chronisch psychotische kwetsbaarheid en de verslaving van betrokkene maakt dat het risico op psychotische ontregeling groot is, waarbij een opname weer noodzakelijk kan zijn. De rechtbank acht die vorm van verplichte zorg op zichzelf voorzienbaar, ook al is het wat langer geleden dat het echt nodig is geweest. Een zorgmachtiging met opname als de ambulante zorg onvoldoende blijkt te zijn, maakt direct ingrijpen mogelijk, zodat een verdere verslechtering van zijn situatie kan worden voorkomen en de opname zo kort mogelijk is. Dat is te prefereren boven de situatie dat dan eerst een crisismaatregel moet worden gevraagd.
2.9.
De rechtbank zal de opname in een accommodatie onder
jen bijbehorend het beperken van de bewegingsvrijheid onder
bniet – zoals in de toelichting van de officier staat vermeldt – beperken in duur. De rechtbank gaat ervan uit dat de instelling de vormen van verplichte zorg overeenkomstig de eigen protocollen enkel inzet indien dit noodzakelijk is en dus zoveel mogelijk beperkt in frequentie en duur.
2.10.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vorm onder
heerst ambulant moet worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen onder
a, b, e, f, g,en
j,in de kliniek worden toegepast. De ambulante verplichte zorg onder
hmag dan ook in de kliniek worden toegepast.
Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.11.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.12.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.13.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1983, te [geboorteplaats] (Marokko) voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende
middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, te weten:
- het nakomen van afspraken met de zorgverantwoordelijk;
- het innemen van medicatie volgens voorschrift;
j. opnemen in een accommodatie,
en
bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder
h;
bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 februari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 28 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. V.M.M. van Amstel, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Y. van der Linden als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 9 september 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.