ECLI:NL:RBMNE:2020:3836

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 augustus 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
C/16/507317 / FA RK 20-4671
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging; schriftelijke afdoening

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 augustus 2020 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. Het verzoek was gericht op het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een eerdere zorgmachtiging, zoals bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1996, heeft een psychische stoornis in de vorm van een schizo-affectieve stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor zijn gezondheid en veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene instemt met het zorgplan en het verzoek van de officier van justitie, en heeft besloten om de zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de noodzaak van verplichte zorg, waarbij verschillende vormen van zorg zijn overwogen, zoals het toedienen van medicatie, het beperken van bewegingsvrijheid, en het uitoefenen van toezicht. De rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verzochte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend met de voorwaarden dat de ambulante zorg eerst moet worden toegepast, en dat andere vormen van zorg pas kunnen worden toegepast als de ambulante zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter en schriftelijk uitgewerkt op 9 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/507317 / FA RK 20-4671
Betrokkene nummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 28 augustus 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [adres] , [postcode] , [woon-/verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.G.J. Booij.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 24 juli 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz en strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.2.
Daartoe uitgenodigd door de rechtbank heeft betrokkene op 17 augustus 2020 via zijn advocaat aan de rechtbank laten weten dat hij instemt met het zorgplan en het verzoek van de officier. Daarnaast heeft de advocaat laten weten dat betrokkene instemt met een schriftelijke afhandeling. De rechtbank begrijpt daaruit dat betrokkene afstand doet van het recht te worden gehoord.
1.3.
De rechtbank heeft op 28 augustus 2020 het verzoek op basis van de stukken beoordeeld en direct mondeling uitspraak gedaan. Aan de advocaat van betrokkene, de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en de officier van justitie is die dag een kennisgeving mondelinge uitspraak per beveiligde email verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
toelichting: medicatie: behandelen manisch psychotische kwetsbaarheid met medicatie om recidive psychotische decompensatie te voorkomen. Om medicatietrouw goed te kunnen monitoren wordt naast de bloedafname die protocollair bij bepaalde medicatie gebruikt wordt tevens regelmatig bloedspiegels geprikt. Mogelijkheid om in thuissituatie medicatie toe te dienen;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
toelichting: bij agitatie/grensoverschrijdend gedrag vanuit manisch psychose bij opname in kliniek vrijheden intrekken als men ernstig nadeel verwacht. Eventueel kortdurend op de kamer verblijven als men op de afdeling hiervan ernstig nadeel ondervindt;
c. insluiten;
toelichting: bij agitatie/grensoverschrijdend gedrag vanuit manisch psychose tijdens opname waarbij bovenstaande bewegingsbeperking onvoldoende effectief is om het ernstig nadeel af te wenden kan patiënt gesepareerd worden;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
toelichting: bij vermoeden medicatie ontrouw: inname medicatie onder toezicht. Toezicht bij insluiten;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
toelichting: nakomen afspraken met zorgverantwoordelijke; gebruik medicatie volgens voorschrift;
j. opnemen in een accommodatie;
toelichting: in ambulante setting bij manisch psychotische decompensatie en ernstig nadeel volgt opname. Bij medicatie ontrouw/ weigering medicatie volgt kortdurende opname met als doel medicatie toedienen.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank leidt uit het verzoek af dat de vormen van verplichte zorg onder
aen
hook bedoeld zijn om ambulant toe te passen; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast.
2.2.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizo affectieve stoornis.
2.3.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.
Betrokkene heeft een vrij beperkt ziektebesef en -inzicht. Hij is het niet eens met de diagnose en heeft een wisselende houding ten opzichte van de inname van medicatie. Hij wijdt al zijn klachten aan het gebruik van medicatie. Zonder maatregel zal betrokkene stoppen met de medicatie en zich onttrekken aan de zorg van [naam instelling] waardoor hij psychotisch kan decompenseren met ernstig nadeel tot gevolg. Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.6.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen onder
aen
heerst ambulant moeten worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen
b, c, d,en
j, worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast.
Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.7.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.9.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, te weten:
- het nakomen van de afspraken met de zorgverantwoordelijke;
- innemen van medicatie volgens voorschrift;
j. opnemen in een accommodatie,
en
bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder
aen
h;
bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 augustus 2021.
Deze beschikking is op 28 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. V.M.M. van Amstel, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Y. van der Linden als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 9 september 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.